Inhoud
Samenvatting
Geestelijke gezondheidsstoornissen vormen een probleem voor de volksgezondheid vanwege hun frequentie, het leed en de handicap die ze veroorzaken, en de impact op de fysieke en sociale gezondheid van individuen en de mensen om hen heen.
Uit de Gezondheidsenquêtes blijkt dat angst, depressie en eetstoornissen de meest voorkomende psychische stoornissen zijn. In 2018 had ongeveer een op de tien mensen een angststoornis (vergelijkbaar met 2013) of een depressieve stoornis (lichte afname t.o.v. 2013). Na de COVID-19 crisis is de geestelijke gezondheid verslechterd. In juni 2024 had ongeveer één op de zes mensen een angststoornis en/of een depressieve stoornis.
Zelfmoord is een belangrijk probleem voor de volksgezondheid in België. Zelfmoordgedachten en -pogingen nemen too tijdens de COVID-19 crisis. Zelfmoord is een van de belangrijkste doodsoorzaken onder jongeren in België. Het zelfmoordcijfer ligt hoger bij mannen dan bij vrouwen. Het sterftecijfer als gevolg van zelfmoord is bijzonder hoog in België in vergelijking met de andere EU-14-landen.
Terwijl de consumptie van slaap- en kalmeermiddelen sinds 2008 afneemt, blijft de consumptie van antidepressiva toenemen.
Er bestaan belangrijke sociale ongelijkheden in geestelijke gezondheid: meer mensen met een lager opleidingsniveau lijden aan psychische stoornissen. Mentale gezondheidsindicatoren duiden op een betere situatie in het Vlaamse Gewest.
Wat adolescenten betreft, geven de laatste schattingen van UNICEF voor 2022 aan dat meer dan 16,3% van de jongeren tussen 10 en 19 jaar in België gediagnosticeerd is met een mentale stoornis. Deze schattingen zijn waarschijnlijk het topje van de ijsberg, aangezien veel kinderen niet gediagnosticeerd worden en de COVID-19 pandemie grote bezorgdheid heeft gewekt over het welzijn van jongeren. Uit de HBSC-enquêtes van 2018 blijkt dat de geestelijke gezondheid van adolescenten in België verslechtert naarmate ze ouder worden. Meisjes en tieners uit minder welvarende gezinnen worden meer blootgesteld aan geestelijke gezondheidsproblemen; ze vinden zichzelf vaak minder gezond, rapporteren meer symptomen en zijn minder tevreden met hun leven dan jongens en tieners uit meer welvarende gezinnen.