Er bestaan verschillende definities en richtlijnen voor ‘Long COVID’ of ‘langdurige COVID’. Het gebruik van een bepaalde definitie voor langdurige COVID kan van invloed zijn op de vergelijkbaarheid van de onderzoeksresultaten. In de COVIMPACT-studie van Sciensano werd de definitie van het National Institute of Health and Care Excellence (NICE) gebruikt. NICE definieert langdurige COVID als “Het hebben van symptomen die zich ontwikkelen tijdens of na een COVID-19-besmetting, die langer dan 3 maanden aanhouden en die niet verklaard kunnen worden door een alternatieve diagnose.” [1].
1. Kernboodschappen
- De epidemiologische situatie van COVID-19 in België wordt op verschillende manieren opgevolgd.
- 47% van de met SARS-CoV-2 besmette deelnemers aan de COVIMPACT-studie meldde drie maanden na besmetting aanhoudende langdurige COVID symptomen. Na zes maanden was dit nog 32%.
- De risicofactoren voor het ontwikkelen van aanhoudende symptomen drie tot zes maanden na de initiële besmetting zijn: vrouw-zijn, het hebben van een lager opleidingsniveau, het hebben van een chronische ziekte, zwaarlijvig zijn, het hebben van minstens één symptoom tijdens de acute fase van de infectie, en opgenomen zijn in het ziekenhuis vanwege COVID-19.
- De top vijf van aanhoudende langdurige COVID symptomen drie en zes maanden na een SARS-CoV-2 infectie waren vermoeidheid en uitputting, hoofdpijn, geheugenverlies, concentratieproblemen, ademhalingsproblemen en slaapstoornissen.
- Deelnemers aan de COVIMPACT-studie met langdurige COVID rapporteerden een lagere gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven in vergelijking met deelnemers die volledig van hun infectie herstelden.
2. Epidemiologie van covid-19
De pandemie van de coronavirusziekte 2019 (COVID-19) begon in december 2019 in de stad Wuhan, China. COVID-19 wordt veroorzaakt door het virus SARS-CoV-2 (severe acute respiratory syndrome coronavirus 2). Op 11 maart 2020 verklaarde de directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie COVID-19 tot een wereldwijde pandemie.
Het virus wordt van mens op mens overgedragen via besmettelijke druppeltjes. Mensen kunnen asymptomatisch blijven of zich presenteren met een breed spectrum aan symptomen. Het risico op ernstige ziekte neemt sterk toe met de leeftijd en eerdere onderliggende aandoeningen. Voor het grote publiek zijn vaccinatie, handen wassen, sociale afstand houden, het vermijden van drukke binnenruimtes en het dragen van een gezichtsmasker de aanbevolen maatregelen om zich te beschermen. Vaccins zijn in België beschikbaar sinds januari 2021; meer informatie over vaccins vindt u hier.
Een overzicht van de wetenschappelijke informatie over COVID-19 op basis van geactualiseerde literatuuropvolging is beschikbaar in de Sciensano factsheet.
In België wordt COVID-19 opgevolgd door Sciensano
In België werd het eerste bevestigde geval gemeld op 3 februari 2020, bij een asymptomatische persoon gerepatrieerd uit Wuhan. De tweede werd bijna een maand later geregistreerd, op 1 maart; dit geval werd gevolgd door een snelle groei van het aantal gevallen na de krokusvakantie. Sindsdien verspreidt het virus zich op grote schaal in het land.
Het Belgische gezondheidsinstituut Sciensano volgt de epidemie op op basis van de gegevens die door zijn surveillancenetwerken worden verzameld en rapporteert dagelijks over de laatste cijfers en trends.
Vier sleutelindicatoren worden gevolgd; voor de eerste drie wordt een voortschrijdend gemiddelde berekend over de afgelopen 7 dagen en vergeleken met het gemiddelde van de 7 voorafgaande dagen:
- het aantal bevestigde gevallen;
- het aantal nieuwe ziekenhuisopnames van laboratoriumbevestigde gevallen;
- het aantal sterfgevallen;
- het aantal bezette bedden op intensieve zorgen.
Bovendien wordt het reproductiegetal, dat wil zeggen het gemiddelde aantal mensen dat is geïnfecteerd door een persoon die besmet is met het virus, berekend. Als het reproductiegetal hoger is dan 1, verspreidt de ziekte zich onder de bevolking.
Aanvullende indicatoren worden gevolgd zoals het aantal bezette bedden in ziekenhuizen en ICU's, vaccinatiegraad, het aantal uitgevoerde tests en het percentage van de tests dat positief is (positiviteitsratio).
Meer informatie over COVID-19 sterfte is te vinden op de volgende pagina's: ad-hoc surveillance van COVID-19 sterfte 2020-2022, doodsoorzaken, oorzaken van vroegtijdige sterfte.
Informatie over COVID-19 is beschikbaar op verschillende pagina's
Aangezien de cijfers voortdurend evolueren, verwijst deze pagina naar de belangrijkste websites waar de cijfers regelmatig worden bijgewerkt. Gegevens kunnen op verschillende plaatsen en in verschillende vormen worden geraadpleegd:
- Dynamisch dashboard (elke vrijdag bijgewerkt).
- Rapporten:
- Wekelijks epidemiologisch bulletin ‘Acute luchtweginfecties’ presenteert de belangrijkste indicatoren.
- Thematische rapporten met diepgaande analyses van specifieke onderwerpen zijn beschikbaar.
- Het rapport over de klinische ziekenhuissurveillance geeft meer informatie over gehospitaliseerde patiënten en patiënten op de intensive care.
- Het rapport over de surveillance van afvalwater geeft aanvullende informatie over de circulatie van COVID-19.
- Open data zijn beschikbaar.
- Veelgestelde vragen over de verschillende COVID-19-surveillances, de gegevensverzameling en de wijze van verslaglegging worden in een specifiek document beantwoord.
Internationale gegevens over COVID-19 kunnen op verschillende platforms worden geraadpleegd
Vergelijkingen tussen landen moeten met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd vanwege verschillen in teststrategie, in laboratoriumcapaciteit en in de effectiviteit van de surveillance. Vergelijkingen van COVID-sterfgevallen worden ook belemmerd door verschillen in de methodologie voor het tellen van COVID-19-sterfgevallen.
Internationale epidemiologische gegevens kunnen op verschillende platformen worden geraadpleegd:
- Europees Centrum voor Ziektepreventie en Controle (ECDC).
- Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
- Johns Hopkins University: coronavirus resource center.
- Our world in data.
3. De prevalentie van langdurige COVID in de COVIMPACT-studie
In de COVIMPACT-studie kwam langdurige COVID voor bij 47% van de deelnemers drie maanden na een SARS-CoV-2 infectie. Zes maanden na de infectie kwam langdurige COVID nog voor bij 32% van de deelnemers. Deze cijfers komen overeen met de cijfers uit de internationale literatuur, waarin een langdurige COVID prevalentie van 47% wordt gerapporteerd op drie maanden en 30% op zes maanden na de initiële besmetting [3].
Langdurige COVID treft alle leeftijdsgroepen
Het aandeel personen met langdurige COVID verschilt licht naar gelang de leeftijd. Leeftijd is echter geen significante risicofactor. Onder de deelnemers aan de COVIMPACT-studie in de leeftijd van 18 tot 25 jaar meldde 47% aanhoudende symptomen drie maanden na een SARS-CoV-2 infectie. Dit is vergelijkbaar met het aandeel personen tussen de 26 en 45 jaar die aangaven aanhoudende symptomen te hebben (51%), maar hoger in vergelijking tot de leeftijdscategorieën 46-65 jaar (42%) en 66 plussers (36%). Na zes maanden nam de prevalentie van langdurige COVID af in alle leeftijdscategorieën. De prevalentie was op dat moment nog 27% voor personen in de leeftijd van 18-25 jaar, 26% voor 26-45 jaar, 37% voor 46-65 jaar en 21% onder 66 plussers [3].
Bron: COVIMPACT-studie, Sciensano. [3]
Vrouwen hebben een 1,4 keer meer kans op langdurige COVID dan mannen
In de COVIMPACT-studie was 37% van de deelnemers man en 63% vrouw. Het aandeel personen met langdurige COVID na drie maanden is hoger bij vrouwen (56%) dan bij mannen (42%). Na zes maanden is dit percentage bij de vrouwen gedaald tot 40% en bij de mannen tot 27%. Vrouwen hebben 1,4 keer meer kans op langdurige COVID na drie en zes maanden dan mannen.
Bron: COVIMPACT-studie, Sciensano. [3]
Laagopgeleide studiedeelnemers hebben een grotere kans op symptomen van langdurige COVID
In de COVIMPACT-studie meldde 56% van de laagopgeleide personen aanhoudende COVID-symptomen drie maanden na infectie. Dit is iets hoger dan bij hoogopgeleide personen (47%). Na zes maanden namen deze percentages af tot respectievelijk 41% en 32%.
Bron: COVIMPACT-studie, Sciensano.[3]
Vermoeidheid en uitputting zijn de meest voorkomende symptomen van langdurige COVID
De meest voorkomende symptomen van langdurige COVID op drie en zes maanden na infectie zijn vermoeidheid en uitputting (49% na drie maanden en 50% na zes maanden), hoofdpijn (27% en 32%), geheugenproblemen (26% en 32%), ademhalingsproblemen (21% en 27%), slaapproblemen (19% en 22%), reukverlies (20% en 17%) en smaakverlies (14% en 13%).
Bron: COVIMPACT-studie, Sciensano [3]
Langdurige COVID-patiënten rapporteerden een verminderde levenskwaliteit
De gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven van deelnemers aan de COVIMPACT-studie werd beoordeeld met de EQ-5D vragenlijst. Deze vragenlijst bevat vragen over mobiliteit, autonomie, dagelijkse activiteiten, pijn/ongemak en angst/depressie. Drie maanden na infectie gaf 18% van de deelnemers met langdurige COVID aan mobiliteitsproblemen te hebben. Problemen met autonomie kwam voor bij 4% van de deelnemers, 30% had problemen met dagelijkse activiteiten, 48% had pijn/ongemak en 40% had last van angst/depressie. Na zes maanden was dit nog 21% (mobiliteit), 5% (autonomie), 33% (dagelijkse activiteiten), 56% (pijn) en 49% (angst /depressie).
Bron: COVIMPACT-studie, Sciensano [3]
Op basis van de vragenlijsten werd bij de COVIMPACT-deelnemers een gemiddelde score voor de subjectieve zelf-gerapporteerde gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven berekend vóór hun SARS-CoV-2-infectie, op het ogenblik van de infectie en drie en zes maanden na de infectie. Vóór de besmetting bedroeg de gemiddelde score voor levenskwaliteit 92,6/100 en deze daalde aanzienlijk op het ogenblik van de besmetting tot 81,7/100. Voor de scores drie en zes maanden na de infectie werd een vergelijking gemaakt tussen mensen die herstelden van hun infectie en degenen die langdurige COVID hadden. Mensen die herstelden van de infectie hadden een hogere kwaliteit van levens drie en zes maanden na de infectie (95,7/100 en 95,8/100) dan mensen met langdurige COVID (86/100 en 83,6/100).
Bron: COVIMPACT-studie, Sciensano [3]
4. Meer info
Ga naar het metadatabestand voor deze indicator
Wenst u meer informatie over COVID-19?
Naast zijn bewakingsopdracht is Sciensano ook betrokken bij wetenschappelijke onderzoeksprojecten rond COVID-19. Sciensano neemt als coördinator of partner deel aan projecten die tot doel hebben het virus en zijn effecten op de volksgezondheid beter te begrijpen. Een overzicht van de lopende projecten kan hier geraadpleegd worden.
Specifieke aspecten van COVID-19 monitoring, preventie en controle zijn gedelegeerd naar het regionale niveau. Meer informatie over deze aspecten is beschikbaar via de volgende websites:
We nodigen u uit om de volgende links te raadplegen: laatste nieuws, huidige maatregelen van de Belgische overheid, richtlijnen die je moet volgen wanneer COVID-19 symptomen opduiken.
Bent u een gezondheidswerker, dan vindt u de procedures voor het behandelen van COVID-gevallen op de website van Sciensano
Achtergrond
In België en in de rest van de wereld ging in het begin van de COVID-19-pandemie alle aandacht naar de behandeling van de acute ziektesymptomen. Maar uit recentere rapporten is gebleken dat sommige patiënten blijvende symptomen ervaren na de acute fase van de besmetting [4] [5]. Dit syndroom wordt nu “long COVID” of „langdurige COVID” genoemd [6].
Momenteel is er geen consensus over de definitie van langdurige COVID en de mensen die eraan lijden hebben verschillende symptomen die meerdere oorzaken kunnen hebben. In december 2020 heeft het National Institute for Health (NICE) de volgende definitie van langdurige COVID voorgesteld: Het hebben van symptomen die zich ontwikkelen tijdens of na een COVID-19-besmetting, die langer dan drie maanden aanhouden en die niet verklaard kunnen worden door een alternatieve diagnose [1]. Er zijn momenteel echter weinig gegevens en informatie over de langetermijnsgevolgen van een COVID-19-besmetting en de fysieke, mentale en sociale gevolgen ervan.
In de COVIMPACT-studie worden twee definities gebruikt om langdurige COVID drie en zes maanden na de acute infectie te beschrijven: (1) drie maanden na de SARS-CoV-2-infectie ten minste één symptoom hebben dat verband houdt met de SARS-CoV-2-infectie, (2) zes maanden na de SARS-CoV-2-infectie nog steeds ten minste één aanhoudend symptoom hebben dat verband houdt met de SARS-CoV-2-infectie. Het doel van het COVIMPACT-project is een cohort samen te stellen van mensen die positief zijn getest op COVID-19, teneinde:
- het bestuderen van de langetermijnevolutie van een COVID-19-besmetting op de fysieke, mentale en sociale gezondheid
- het identificeren van de risicogroepen en de factoren die verband houden met een gunstige/ongunstige evolutie
COVIMPACT is een online, prospectieve, observationele cohortstudie. De doelgroep zijn mensen met een COVID-19-besmetting bevestigd door een laboratoriumtest. Wanneer een COVID-19-test positief is, dan stuurt het laboratorium de informatie naar een centrale databank die door de callcenters wordt gebruikt om COVID-19-gevallen te contacteren en hun contacten op te sporen. Aan het einde van het gesprek informeren de medewerkers van het callcenter de mensen van 18 jaar en ouder over onze online enquête en vragen hen of ze akkoord gaan een link via sms te ontvangen met meer informatie over de studie, er eventueel aan willen deelnemen en de eerste vragenlijst willen invullen. Elke drie maanden stuurt Sciensano vervolgvragenlijsten tot het einde van de studie in april 2023. Afhankelijk van het tijdstip waarop de deelnemers in de studie worden opgenomen, varieert de follow-up van drie maanden tot twee jaar. Tussen 29 april 2021 en 1 mei 2022 hebben 2092 mensen de eerste vragenlijst en de twee follow-upvragenlijsten (drie en zes maanden na besmetting) ingevuld. Volledige details over de steekproef en de opzet worden beschreven in het meest recente COVIMPACT-studierapport.
De primaire eindpunten van deze studie zijn:
- Langdurige COVID-19
- Gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven
- Ademhalingsproblemen
- Vermoeidheid
- Functionele beperkingen
- Geestelijke gezondheid
- Werkstatus en economische situatie
Alle resultaten zijn te vinden op de COVIMPACT-website.
Definities
- SARS-CoV-2 infectie
- Een bevestigd geval wordt gedefinieerd als een persoon waar de diagnose van COVID-19 infectie bevestigd werd door een moleculaire of antigeen test.
- Langdurige COVID
- In de COVIMPACT-studie van Sciensano werd de definitie van het National Institute of Health and Care Excellence (NICE) gebruikt. NICE definieert langdurige COVID als “Het hebben van tekenen en symptomen die zich ontwikkelen tijdens of na een COVID-19-besmetting, die langer dan 3 maanden aanhouden en die niet verklaard kunnen worden door een alternatieve diagnose.”
- Voortschrijdend gemiddelde
- Het voortschrijdend gemiddelde wordt berekend als het gemiddelde aantal gevallen gedurende de afgelopen 7 dagen. Het voortschrijdend gemiddelde vlakt de dagelijkse schommelingen uit en is daarom een meer robuuste manier om trends te evolueren dan het aantal gevallen dat zich de afgelopen dag heeft voorgedaan.
- Reproductiegetal
- Het gemiddelde aantal mensen dat wordt geïnfecteerd door een persoon met het virus besmet is. Als het reproductiegetal hoger is dan 1, verspreidt de ziekte zich onder de bevolking.
- Positiviteitsratio
- De positiviteitsratio is het percentage van alle uitgevoerde COVID-19-tests dat positief is.
Referenties
- National Institute for Health and Care Excellence,(NICE). (2020). COVID-19 rapid guideline: Managing COVID-19. NICE. https://www.nice.org.uk/guidance/ng191
- Sciensano.(2020). COVID-19—Définition de cas et testing | Coronavirus Covid-19. https://covid-19.sciensano.be/fr/covid-19-definition-de-cas-et-testing
- Smith P, Charafeddine R, Drieskens S, De Pauw R, De Ridder K, Demarest S, Van Cauteren D. Etude COVIMPACT : Infection COVID-19 et ses implications physiques, mentales et sociales à long terme – Résultats du suivi à 3 et 6 mois suivant l’infection. Bruxelles, Belgique. Juin 2022. Numéro de dépôt : D/2022.14.440/36 DOI : /10.25608/gyzc-w673
- Amdal, C. D., Pe, M., Falk, R. S., Piccinin, C., Bottomley, A., Arraras, J. I., Darlington, A. S., Hofsø, K., Holzner, B., Jørgensen, N. M. H., Kulis, D., Rimehaug, S. A., Singer, S., Taylor, K., Wheelwright, S., & Bjordal, K. (2021). Health-related quality of life issues, including symptoms, in patients with active COVID-19 or post COVID-19; a systematic literature review. Quality of Life Research. https://doi.org/10.1007/s11136-021-02908-z
- Taquet, M., Dercon, Q., Luciano, S., Geddes, J. R., Husain, M., & Harrison, P. J. (2021). Incidence, co-occurrence, and evolution of long-COVID features : A 6-month retrospective cohort study of 273,618 survivors of COVID-19. PLOS Medicine, 18(9), e1003773. https://doi.org/10.1371/journal.pmed.100377
- World Health Organization, WHO. (2021). A clinical case definition of post-COVID condition by a Delphi consensus. https://apps.who.int/iris/handle/10665/345824
Gelieve deze pagina als volgt te citeren: Sciensano. Overdraagbare Aandoeningen: COVID-19, Health Status Report, 26 Okt 2022, Brussel, België, https://www.gezondbelgie.be/nl/gezondheidstoestand/overdraagbare-aandoeningen/covid-19