Select your language

Andere informatie en diensten van de overheid : www.belgium.be  belgium

Het vermogen van het systeem om voldoende infrastructuur en (innovatieve) gezondheidstechnologieën – incl. gezondheidsproducten, medische apparatuur en informatietechnologie (e-gezondheid) – te voorzien en te onderhouden, is een essentiële factor om ervoor te zorgen dat ons gezondheidssysteem ook morgen nog functioneert en relevant is.

In dit deel onderzoeken we dit aspect van duurzaamheid aan de hand van indicatoren met betrekking tot infrastructuur (S-11), het gebruik van informatietechnologie (S-27) en de beschikbaarheid van gezondheidsproducten/geneesmiddelen (S-28):

  • Het aantal ligdagen voor curatieve zorg (S-11).
  • Het aandeel huisartsen dat bepaalde gebruiksdrempels voor e-gezondheidsdiensten bereikt (S-27).
  • Het aantal meldingen van tijdelijk niet beschikbare verpakkingen van geneesmiddelen voor menselijk gebruik met een kritieke impact (S-28).

Meer indicatoren met betrekking tot de beschikbaarheid van geschikte infrastructuur zijn terug te vinden in het hoofdstuk over toegankelijkheid (A-13(a), A-14(a), A-18).

Meer informatie over ziekenhuisinfrastructuur is beschikbaar in het hoofdstuk blikvanger gezondheidszorg.

Ligdagen voor curatieve zorg (S-11)

Het aantal ligdagen voor curatieve zorg (ook bekend als "opnamedagen", d.w.z. het totale aantal dagen dat alle patiënten in de Belgische algemene ziekenhuizen doorbrengen in de loop van een jaar) geeft een indicatie van de behoefte van de bevolking aan bedden voor acute zorg en dus van de infrastructuur die nodig is om aan deze behoefte te voldoen. De evolutie van dit aantal in de tijd kan ons waarschuwen wanneer de duurzaamheid van het systeem onder druk komt te staan en de beschikbare infrastructuur ontoereikend dreigt te worden om aan de behoeften van de bevolking te voldoen. Voor deze indicator opteerden we om het aantal ligdagen per hoofd (capita) van de bevolking te gebruiken, d.w.z. het gemiddelde aantal dagen dat een persoon in de loop van een jaar in het ziekenhuis doorbrengt.

Resultaten
  • Het aantal ligdagen per capita voor acute zorg in België daalde van 1,1 in 2010 tot 0,9 in 2021.
  • Het aantal ligdagen per inwoner is aanzienlijk hoger in Brussel dan in Vlaanderen en Wallonië (respectievelijk 1,30 vs. 0,87 en 0,88) omdat mensen woonachtig in de streek rond Brussel vaak in Brussel worden gehospitaliseerd, zoals blijkt uit de lagere cijfers in Vlaams-Brabant (0,57) en Waals-Brabant (0,34).
  • Ook de provincie Luxemburg heeft een relatief laag aantal ligdagen per capita van de bevolking (0,65) vanwege de lage dichtheid van de ziekenhuizen daar. Het is mogelijk dat een aantal patiënten over de grens wordt opgenomen.
  • In 2021 was het aantal ligdagen voor curatieve zorg per capita van de bevolking in België vergelijkbaar met de EU-14- en EU-27-gemiddelden, namelijk ongeveer 0,9 per capita.
  • Tijdens de covidpandemie was er een scherpe daling van het aantal ligdagen voor curatieve zorg in België (-18,2%) als gevolg van uitgestelde niet-dringende zorg, waardoor de algemene ziekenhuiscapaciteit tijdens de pandemie nooit werd bedreigd. Deze daling was sterker dan de EU-14- (-11,4%) en EU-27-gemiddelden (-15,2%).

Link naar de technische fiche en gedetailleerde resultaten

Figuur S11 - Aantal ligdagen voor acute ziekenhuiszorg per capita, per ziekenhuis provincie (2021)
Bron: MZG, gebaseerd op de juiste ligduur

Huisartsen die de gebruiksdrempels bereiken voor 6 e-gezondheidsdiensten (% van actieve huisartsen) (S-27)

Het gebruik van digitale technologie in de gezondheidszorg kan verschillende voordelen hebben, en kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat de juiste mensen op het juiste moment toegang hebben tot de juiste informatie (waardoor de kwaliteit en de efficiëntie van de zorg verbeteren) of dat tijdrovende taken voor zorgverleners vereenvoudigen, waardoor er tijd vrijkomt voor directe interactie met patiënten.

Om het gebruik van e-gezondheidsdiensten aan te moedigen, kunnen huisartsen die bepaalde gebruiksdrempels bereiken voor tien van deze diensten (inclusief online voorschrijven, online facturatie, gebruik van bepaalde elektronische formulieren, enz.) een premie krijgen. De totale premie wordt berekend op basis van het aantal diensten waarvoor de gebruiksdrempel wordt bereikt. Deze indicator evalueert het percentage huisartsen dat deze drempels bereikt voor een selectie van zes e-gezondheidsdiensten.

Resultaten
  • Het aandeel huisartsen dat de gebruiksdrempels voor de zes geselecteerde e-gezondheidsdiensten bereikt, is gestegen van 51,2% in 2019 naar 71,4% in 2021.
  • Dit percentage is lager in Brussel (45,8% in 2021) dan in Vlaanderen (78,0%) en Wallonië (66,6%).
  • De e-gezondheidsdiensten waarvoor de gebruiksdrempels het vaakst worden bereikt, zijn de online registratie van geïnformeerde toestemming voor patiënten die bij hun huisarts een Globaal Medisch Dossier (GMD) hebben (95,1% in 2021), het gebruik van MyCareNet om het elektronische GMD te beheren (93,4%) en het online voorschrijven van medicatie (91,8%).

Link naar de technische fiche en gedetailleerde resultaten

Figuur S27 - Percentage huisartsen dat de gebruiksdrempels bereikt voor 6 geselecteerde e-gezondheidsdiensten, per regio, 2019-2021
Bron: RIZIV

Meldingen dat geneesmiddelen voor menselijk gebruik tijdelijk niet beschikbaar zijn, met een kritieke impact (S-28)

Als het gaat om geneesmiddelen, kunnen zelfs tijdelijke tekorten en onderbrekingen in de levering een zeer reële impact hebben op het vermogen van het systeem om patiënten de behandeling te geven die ze nodig hebben. Gelukkig is dat niet altijd het geval.

Er is sprake van een tekort wanneer op nationaal niveau het aanbod niet voldoet aan de vraag. In België wordt een geneesmiddel als niet beschikbaar beschouwd als de fabrikant niet in staat is om de vereiste hoeveelheden binnen drie werkdagen te leveren. Dit probleem komt in veel landen steeds vaker voor. Redenen daarvoor zijn onder andere vertragingen in de productie of andere productieproblemen, een stijging van de vraag, terugroepacties of praktische of juridische kwesties. Deze zijn nog meer uitgesproken geworden door de covidcrisis.

Periodes van onbeschikbaarheid, onderbrekingen en stopzettingen van drie of meer werkdagen moeten worden gemeld aan het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG). Sinds december 2019 publiceert het FAGG deze informatie op FarmaStatus, die vervolgens rechtstreeks wordt ingevoerd in het elektronisch voorschrijfsysteem en voorschrijvers in realtime hiervoor waarschuwt. Het systeem rangschikt tekorten volgens hun impact op patiënten. Het is belangrijk om te weten dat sommige tekorten vanuit klinisch oogpunt weinig of geen gevolgen hebben, aangezien er vaak gemakkelijk geschikte alternatieven beschikbaar zijn.

Een tekort of onbeschikbaarheid kan tijdelijk of permanent zijn (bij het volledig uit de handel nemen van het product); onze indicator richt zich op tijdelijke onderbrekingen.

Resultaten
  • In België steeg het aantal meldingen van tekorten van 621 in 2015 tot 3.044 in 2022, waarschijnlijk minstens gedeeltelijk als gevolg van een betere monitoring. In dezelfde periode daalde de gemiddelde duur van 123 naar 51 dagen.
  • In 2022 had 37% van de meldingen van tekorten betrekking op geneesmiddelen waarvoor minstens drie alternatieven beschikbaar waren, 30% betrof kortetermijnproblemen en slechts 1% kon als kritiek worden beschouwd, d.w.z. met een aanzienlijke impact op patiënten.
  • Het aantal meldingen met kritieke impact steeg tussen 2020 en 2022 van 21 naar 36. In 2022 bedroeg de gemiddelde duur van deze kritieke tekorten 155 dagen en 56% ervan had betrekking op immunoglobulinen (die worden gebruikt om infecties te bestrijden, met name bij mensen met een verzwakt afweersysteem). Het probleem is niet nieuw, maar werd nog groter tijdens de covidpandemie door de toegenomen vraag en de beperkte plasma-inzameling die nodig is om dit type medicatie te produceren.
  • In 2022 hadden de meeste meldingen in België te maken met geneesmiddelen voor het zenuwstelsel (25%) en het hart- en bloedvatenstelsel (16%). Dit ligt in lijn met voorgaande jaren en met de trend die we in de meeste OESO-landen zien in de periode 2017-2019.

Link naar de technische fiche en gedetailleerde resultaten

Figuur S28 - Aantal meldingen van tekorten volgens impact van de leveringsproblemen (2020-2022)
Bron: FAGG