Persoonsgerichte zorg wordt gedefinieerd als zorg die respectvol is en rekening houdt met de voorkeuren, behoeften en waarden van personen, maar die er ook voor zorgt dat die personen de leiding hebben in de klinische besluitvorming. De arts-patiëntrelatie is lange tijd een vrij ‘paternalistische’ relatie geweest, waarbij de beslissingen meestal stoelden op wat de arts dacht dat het beste was. Persoonsgerichte zorg, daarentegen, komt in feite eerder neer op een partnerschap tussen de zorgverlener en de patiënt (en mogelijk ook de naaste familie). Die zorg vereist een doeltreffende communicatie en gezamenlijke reflectie over de beste handelswijze.
Binnen deze dimensie van kwaliteit van zorg draait het om de erkenning van de behoeften, wensen en voorkeuren van personen, maar ook om het stimuleren van een doeltreffende communicatie, waarbij beide partijen open en respectvol naar elkaar luisteren, elkaar informeren en samen in dialoog gaan. Het omvat ook het betrekken van personen bij hun zorg door hen de nodige autonomie te geven om hun behandeling te beheren en geïnformeerde beslissingen te nemen.
Het blijft echter een grote uitdaging om te beoordelen of de zorg echt gericht is op de personen die ze ontvangen. Dat is een vraag die we immers niet gemakkelijk kunnen beantwoorden met cijfers. Daarom selecteerden we een aantal indicatoren op basis van enquêtes en/of metingen van patiëntervaringen in het veld:
- Het percentage patiënten dat vond dat de arts genoeg tijd aan hen had gespendeerd tijdens de consultatie (QP-1).
- Het percentage patiënten dat zoveel ze wilden betrokken was bij beslissingen over hun zorg (QP-8).
- Het percentage patiënten dat hun prioriteiten inzake het beheer van hun eigen gezondheid en welzijn had besproken met hun zorgverlener (QP-9).
- Het percentage patiënten dat hun laatste consultatie met een zorgverlener (arts, verpleegkundige...) als goed tot uitstekend beoordeelde (QP-10).
- Het percentage patiënten dat aangeeft een zorgplan te hebben dat rekening houdt met al hun gezondheids- en welzijnsgerelateerde behoeften (QP-11).
- Het percentage patiënten dat aangeeft altijd bruikbare informatie te hebben gekregen wanneer ze die nodig hadden om hun gezondheid en welzijn te beheren (QP-12).
- Het gemiddelde percentage patiënten dat een positieve ervaring rapporteert op de kraamafdeling, C/D-bedden of dagopname (QP-13).
Indicator QP-1 is gebaseerd op de Belgische gezondheidsenquête.
De indicatoren QP-8 tot QP-12 zijn gebaseerd op de “Patient-Reported Indicator Surveys (PaRIS)”, een initiatief van de OESO en uitgevoerd door Sciensano. Deze enquête heeft als doel gestandaardiseerde instrumenten te ontwikkelen en te gebruiken om na te gaan of mensen vinden dat de zorg van hun huisarts beantwoordt aan hun behoeften.
Indicator QP-13 is gebaseerd op gegevens over zelfgerapporteerde ervaringen van patiënten verzameld binnen het programma ‘Pay for Performance’ (P4P).
*deze indicator wordt bijgewerkt op de website (https://www.gezondbelgie.be/) wanneer de volgende HIS-studie beschikbaar is **deze indicator wordt bijgewerkt op de website (https://www.gezondbelgie.be/) wanneer de uitgebreide PaRIS-studie beschikbaar is
Percentage patiënten dat vindt dat de arts (huisarts of specialist) genoeg tijd aan hen spendeert tijdens de consultatie (% respondenten) (QP-1)
Resultaten
- In 2018 gaf meer dan 95% van de Belgische patiënten aan dat hun arts voldoende tijd aan hen had besteed. Deze hoge tevredenheidsgraad was consistent voor alle leeftijdsgroepen, regio's en geslachten.
- Dit percentage was iets lager voor specialisten dan voor huisartsen; voor specialisten lagen de tevredenheidspercentages in 2018 ook iets lager dan in 2013.
- De Belgische tevredenheidsgraad voor dit item is de hoogste van de 10 EU-landen die in de internationale vergelijking zijn opgenomen.
Link naar de technische fiche en gedetailleerde resultaten
Percentage patiënten dat zoveel ze willen betrokken is bij beslissingen over hun zorg (% van respondenten) (QP-8)
Resultaten
- In 2022 werden de meeste Belgische patiënten (98,4%) "in zekere mate", "vaker wel dan niet" of "altijd" zoveel als ze wilden betrokken bij beslissingen over hun zorg.
- Globaal genomen verschilden de resultaten weinig tussen de regio's, de leeftijdsgroepen, de geslachten of de inkomensniveaus.
- Het percentage respondenten dat vond dat ze "altijd" zoveel als ze wilden betrokken werden bij hun zorg lag echter iets hoger in de groep met de hoogste inkomens en in Vlaanderen.
Link naar de technische fiche en gedetailleerde resultaten
Percentage patiënten dat hun prioriteiten inzake het beheer van hun eigen gezondheid en welzijn had besproken met hun zorgverleners (% van respondenten) (QP-9)
Resultaten
- In 2022 rapporteerde de meerderheid van de Belgische patiënten (97,3%) dat ze "in zekere mate", "vaker wel dan niet" of "altijd" betrokken waren bij besprekingen over wat voor hen het belangrijkst was in het beheer van hun gezondheid en welzijn.
- Er waren beperkte verschillen volgens regio, leeftijdsgroep en geslacht.
- Het percentage respondenten dat vond dat ze "altijd" betrokken waren bij dergelijke besprekingen varieerde echter aanzienlijk tussen de leeftijdsgroepen, en lag vooral hoog in de leeftijdsgroep van 60-64 jaar en van 75-79 jaar. We zagen ook een hoger percentage in de hoogste inkomensgroep, hoewel de algemene tevredenheid over dit item (d.w.z. het totaal van de antwoorden "in zekere mate", "vaker wel dan niet" en "altijd") in deze groep lager was.
Link naar de technische fiche en gedetailleerde resultaten
Percentage patiënten dat hun laatste consultatie met een zorgverlener (arts, verpleegkundige...) als goed tot uitstekend beoordeelde (QP-10)
Resultaten
- In 2022 beoordeelde 96,6% van de Belgische patiënten hun laatste consultatie als goed tot uitstekend. Dit percentage was iets lager in Wallonië (95,9%) dan in Brussel (97,8%) en Vlaanderen (97,0%).
- Er waren geen grote verschillen volgens geslacht, leeftijd of inkomen, behalve in de jongste leeftijdsgroep (45-49 jaar), met een percentage tevreden respondenten van slechts 71,3%.
Link naar de technische fiche en gedetailleerde resultaten
Percentage patiënten dat aangeeft een zorgplan te hebben dat rekening houdt met al hun gezondheids- en welzijnsgerelateerde behoeften (QP-11)
Resultaten
• In 2022 rapporteerde slechts 33,9% van de Belgen een zorgplan te hebben dat rekening hield met al hun behoeften op het vlak van gezondheid en welzijn. Dit percentage lag aanzienlijk hoger in Wallonië (54,9%) dan in Brussel (40,0%) en Vlaanderen (18,3%).
• Oudere personen gaven vaker aan dat ze een geschikt zorgplan hadden dan jongere personen.
• Personen met een lager inkomen gaven ook vaker aan dat ze een geschikt zorgplan hadden dan personen met een hoger inkomen.
Link naar de technische fiche en gedetailleerde resultaten
Percentage patiënten dat aangeeft altijd bruikbare informatie te hebben gekregen wanneer ze die nodig hadden om hun gezondheid en welzijn te beheren (QP-12)
Resultaten
- In 2022 rapporteerde slechts 46,0% van de Belgische patiënten dat ze, wanneer ze het nodig hadden, steeds nuttige informatie kregen die hen hielp om hun gezondheid en welzijn te beheren. Dit percentage was het laagst in Wallonië (42,2%), gevolgd door Vlaanderen (47,2%) en vervolgens Brussel (58,8%). Deze verschillen werden enigszins gelijkgetrokken door het aandeel personen dat vond dat ze "vaak" voldoende informatie kregen (respectievelijk 38,7%, 24,9% en 32,4%).
- Mannen gaven vaker dan vrouwen aan dat ze altijd nuttige informatie kregen. Patiënten in de hogere inkomensklassen rapporteerden het vaakst dat ze steeds de informatie kregen die ze nodig hadden.
Link naar de technische fiche en gedetailleerde resultaten
Gemiddeld percentage patiënten dat een positieve ervaring rapporteert op de kraamafdeling, C/D-bedden (chirurgie en inwendige geneeskunde) of bij dagopname (QP-13)
Patiënttevredenheid wordt steeds vaker in rekening gebracht bij de financiering van de zorg in België, vooral door de integratie van patiëntgerapporteerde ervaringsmetingen (Patient Reported Experience Measures of PREMs) in het programma Pay for Performance (P4P) van de ziekenhuizen, dat een (beperkt) deel van hun budget uitmaakt.
Deze indicator meet het aandeel Belgische patiënten dat een positieve ervaring rapporteert op een ziekenhuisafdeling voor acute, kortdurende hospitalisaties ("C-bedden" voor chirurgie en "D-bedden" voor andere medische behandelingen), op een kraamafdeling of in een dagziekenhuis.
Resultaten
- In 2022 rapporteerden de meeste patiënten (91,5%) positieve ervaringen in Belgische ziekenhuizen.
- Dit percentage was hoger voor kraamafdelingen (97,7%) dan voor C/D-bedden (96,2%) en dagziekenhuizen (80,6%).
- De door patiënten gerapporteerde ervaringen zijn in de loop der jaren doorgaans licht verbeterd. Wijzigingen in de gebruikte methodologie maken vergelijkingen echter moeilijk.