1. Kernboodschappen
- Het Belgisch voedingspatroon wordt gekenmerkt door een excessieve consumptie van rood vlees, bereid vlees en gesuikerde dranken, en door een onvoldoende consumptie van fruit, groenten, noten en zaden, melk, eieren en vis. Het voedingspatroon is slechts weinig veranderd in de tijd.
- In 2018 consumeerde slechts 12,7% van de bevolking van 6 jaar en ouder de dagelijks aanbevolen hoeveelheid groenten en fruit (minimaal 5 porties).
- In 2018 dronk 20,4% van de bevolking dagelijks suikerhoudende dranken; 4,1% dronk dagelijks zelfs een liter of meer.
- Vrouwen, ouderen, mensen met een tertiaire opleiding en mensen die in Brussel wonen, hebben betere voedingsgewoonten.
2. Achtergrond
De kwaliteit van het voedingspatroon is een belangrijke factor voor de gezondheid en ziektelast. Een gezond voedingspatroon helpt niet-overdraagbare ziekten zoals diabetes, kanker, hartziekten en beroerte te voorkomen [1]. Aanbevelingen zijn vastgesteld op internationale [2] en nationale [3,4] niveaus.
In België zijn voedingsconsumptiegegevens beschikbaar uit twee nationale voedselconsumptiepeilingen (VCP) uitgevoerd in 2004 en 2014 [5-7]. Verdere informatie over de voedingsgewoonten is beschikbaar in de Belgische Gezondheidsenquêtes uitgevoerd in 2001, 2004, 2013, 2018 [8]. De gegevens van de VCP werden verkregen met de 24-uurs recall methode, terwijl de Gezondheidsenquête peilt naar zelfgerapporteerde gebruikelijke eetgewoonten, die echter meer vatbaar zijn voor vertekeningen gelinkt aan foutieve herinneringen en foutieve inschatting van de geconsumeerde hoeveelheden.
In dit rapport presenteren we de consumptiepatronen afgeleid van de VCP, alsook twee aanvullende indicatoren uit de Gezondheidsenquête:
- De consumptiepatronen voor 9 voedselgroepen (groenten, noten en zaden, melk, fruit, eieren, vis, rood vlees, met suiker gezoete dranken, vleeswaren) worden vergeleken met internationale aanbevelingen, en dit voor 2004 en 2014 [2].
- Het deel van de bevolking van 6 jaar en ouder dat de dagelijks aanbevolen hoeveelheid groenten en fruit consumeert (nl. minimaal 5 porties). Groenten en fruit zijn voedingsmiddelen met een lage energiedichtheid en zijn belangrijke bronnen van voedingsvezels, vitamines en mineralen. Een hoge consumptie van groenten en fruit is significant geassocieerd met een afname van het risico op coronaire hartziekten, beroertes en obesitas [9]. De WHO beveelt een dagelijkse consumptie aan van 400 gram groenten en fruit (d.w.z. 5 porties) [10].
- Het deel van de bevolking dat dagelijks suikerhoudende dranken drinkt (geen "dieetdranken") en degenen die dagelijks ten minste 1 liter suikerhoudende dranken (geen "dieetdranken") drinken. Een hoge inname van vrije suikers, vooral in de vorm van met suiker gezoete dranken, wordt geassocieerd met slechte voedingsgewoonten, ongezonde gewichtstoename, het risico op tandcariës en andere NCD's [1,9]. De WHO beveelt ten sterkste aan de inname van vrije suikers te beperken tot minder dan 10% van het totale energieverbruik gedurende de gehele levensloop [11]. Met betrekking tot deze richtlijn moet de consumptie van met suiker gezoete dranken worden vermeden.
3. Algemeen consumptiepatroon
Het Belgische voedingspatroon wordt gekarakteriseerd door een excessieve consumptie van rood vlees, bewerkt vlees en gesuikerde dranken en door een onvoldoende consumptie van fruit, groenten, noten en zaden, melk, eieren en vis. Algemeen is het voedingspatroon tussen 2004 en 2014 slechts weinig verbeterd. Voor de consumptie van rood vlees werd echter een verbetering vastgesteld, met een daling van het aandeel van de overmatige consumptie van 59% tot 36%.
Bron: Voedselconsumptiepeiling, Sciensano [7]
4. Consumptie van fruit en groenten
Toestand in 2018
België
In 2018 consumeerde 12,7% van de bevolking van 6 jaar en ouder de dagelijks aanbevolen hoeveelheid groenten en fruit (nl. minimaal 5 porties). Meer vrouwen (15,6%) dan mannen (9,8%) consumeerden de aanbevolen hoeveelheid. Kinderen en jongvolwassenen voldeden minder vaak aan de aanbevelingen dan volwassenen van middelbare leeftijd en ouder.
Bron: Gezondheidsenquête, Sciensano [8]
Regionale verschillen
Bij zowel mannen en bij vrouwen voldeden, na standaardisatie voor leeftijd, meer mensen aan de aanbevelingen voor de dagelijkse consumptie van groenten en fruit in Brussel (13,3% bij mannen en 19,2% bij vrouwen) en Wallonië (12,5% en 18,0%) dan in Vlaanderen (8,7% en 14,7%).
Bron: Eigen berekeningen op basis van de Gezondheidsenquête, Sciensano [8]
Sociaaleconomische verschillen
De sociaaleconomische positie heeft een sterke invloed op de waarschijnlijkheid dat wordt voldaan aan de aanbevelingen met betrekking tot de consumptie van groenten en fruit (minimaal 5 porties). Bijna drie keer zoveel mensen met een tertiaire opleiding (18,0%) voldoen aan de aanbevelingen dan de groep met het laagste opleidingsniveau (6,3%). Ook mensen met een middelbare opleiding (9,2% tot 9,9%) voldoen bijna twee keer minder aan de aanbevelingen dan mensen met een tertiaire opleiding.
Bron: Eigen berekeningen op basis van de Gezondheidsenquête, Sciensano [8]
Internationale vergelijking
De consumptie van fruit en groenten (minimaal 5 porties per dag) was in 2019 in België lager dan het EU-15-gemiddelde, zowel voor mannen (11,8% vs 13,6%) als voor vrouwen (18,2% vs 19,9%).
- Mannen
- Vrouwen
Prevalentie van mannen van 15 jaar en ouder die dagelijks de aanbevolen hoeveelheid groenten en fruit consumeert (minstens 5 porties), per land van residentie EU-15, 2019
Bron: Eurostat [12]
Prevalentie van mannen van 15 jaar en ouder die dagelijks de aanbevolen hoeveelheid groenten en fruit consumeert (minstens 5 porties), per land van residentie EU-15, 2019
Bron: Eurostat [12]
5. Consumptie van gesuikerde dranken
Toestand in 2018
België
In 2018 dronk 20,4% van de bevolking dagelijks suikerhoudende dranken; 4,1% van de bevolking dronk zelfs minstens 1 liter of meer per dag. Meer mannen (24,9%) dan vrouwen (16%) dronken dagelijks suikerhoudende dranken. De prevalentie van dagelijkse consumptie was hoger bij mensen van 15-24 jaar en 25-34 jaar (respectievelijk 29,2% en 28,6%) en nam af bij oudere leeftijdsgroepen.
Bron: Gezondheidsenquête, Sciensano [8]
Regionale verschillen
De prevalentie van de bevolking die dagelijks suikerhoudende dranken drinkt, is 16,3% in Brussel, 20,1% in Vlaanderen en 22,9% in Wallonië.
Trends
België
In 2018 waren er minder mensen die suikerhoudende dranken dronken (20,4%) dan in 2013 (25,5%). Deze trend werd zowel bij mannen (afnemend van 30,2% in 2013 tot 24,9% in 2018) als bij vrouwen (van 21,1% tot 16%) waargenomen.
- Mannen
- Vrouwen
Leeftijdgestandaardiseerde prevalentie van mannen die dagelijks suikerhoudende dranken drinken (geen "dieetdranken"), per gewest, België, 2013-2018
Bron: Eigen berekeningen op basis van de Gezondheidsenquête, Sciensano [8]
Leeftijdgestandaardiseerde prevalentie van vrouwen die dagelijks suikerhoudende dranken drinken (geen "dieetdranken"), volgens gewest, België, 2013-2018
Bron: Eigen berekeningen op basis van de Gezondheidsenquête, Sciensano [8]
Regionale verschillen
Na standaardisatie voor leeftijd werd in de drie gewesten dezelfde dalende trend waargenomen.
Sociaaleconomische verschillen
Op basis van leeftijdgestandaardiseerde prevalentie, drinken mensen met een tertiaire opleiding minder vaak dagelijks suikerhoudende dranken dan mensen met een lager opleidingsniveau.
Bron: Eigen berekeningen op basis van de Gezondheidsenquête, Sciensano [8]
6. Meer informatie
Bekijk de metadata voor deze indicator
HISIA: Interactive Analysis of the Belgian Gezondheidsenquête
Definities
- Leeftijdgestandaardiseerde prevalentie
- Aangezien leefstijlfactoren sterk worden beïnvloed door leeftijd, moeten vergelijkingen tussen gewesten en opleidingsniveaus worden gestandaardiseerd volgens leeftijd om een vergelijkbare leeftijdsstructuur te bekomen.
Referenties
- Amine EK, Baba NH, Belhadj M, Deurenberg-Yap M, Djazayery A, Forrestre T, et al. Diet, nutrition and the prevention of chronic diseases. World Health Organization; 2003.
- GBD 2017 Risk Factor Collaborators. Global, regional, and national comparative risk assessment of 84 behavioural, environmental and occupational, and metabolic risks or clusters of risks for 195 countries and territories, 1990-2017: a systematic analysis for the Global Burden of Disease Study 2017. Lancet. 2018.
- Vanhauwaert E. De actieve voedingsdriehoek: een praktische voedings- en beweeggids. Brussel; 2012 p. 1-108.
- Lebacq T, Oost C. Recommandations alimentaires. In: Tafforeau J, editor. 2016.
- De Ridder K, Bel S, Brocatus L, Lebacq T, Ost C, Teppers E. La consommation alimentaire. Résumé des principaux résultats. In: Teppers E, Tafforeau J, editors. Bruxelles: WIV-ISP; 2016.
- Debacker N, Cox B, Temme L, Huybrechts I, Van Oyen H. De Belgische voedselconsumptiepeiling 2004: voedingsgewoonten van de Belgische bevolking ouder dan 15 jaar. Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid; 2007.
- Sciensano. Website of the Belgian National Food Consumption survey 2014. https://fcs.wiv-isp.be/SitePages/Home.aspx.
- Drieskens S, Charafeddine R, Gisle L. Gezondheidsenquête 2018: Voedingsgewoonten [Internet]. Brussel: Sciensano. Beschikbaar via: https://www.sciensano.be/nl/projecten/gezondheidsenquete-0
- EFSA Panel on Dietetic Products, Nutrition, and Allergies (NDA). Scientific opinion on principles for deriving and applying dietary reference values. 2010.
- World Health Organization. Diet, nutrition, and the prevention of chronic diseases. Report of a WHO Study Group. Geneva: World Health Organization;1990.
- World Health Organization. Guideline: sugars intake for adults and children. Geneva: World Health Organization; 2015.
- Eurostat. http://ec.europa.eu/eurostat/fr/data/database
Gelieve deze pagina als volgt te citeren: Sciensano. Determinanten van Gezondheid: Voedingsgewoonten, Health Status Report, 31 Juli 2020, Brussel, België, https://www.gezondbelgie.be/nl/gezondheidstoestand/determinanten-van-gezondheid/voedingsgewoonten