In 2023 bedroeg de levensverwachting bij de geboorte in België 82,3 jaar, een stijging ten opzichte van voorgaande jaren.
De levensverwachting in 2023 was hoger bij vrouwen (84,3 jaar) dan bij mannen (80,2 jaar).
De levensverwachting bij de geboorte was in 2023 het hoogst in het Vlaamse Gewest (83,2 jaar), gevolgd door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (82,2 jaar) en het Waalse Gewest (80,6 jaar).
Er is een belangrijk verschil in levensverwachting tussen verschillende sociaaleconomische groepen, waarbij de levensverwachting hoger is in groepen met een hogere sociaaleconomische status vergeleken met groepen met een lagere sociaaleconomische status.
2.Levensverwachting
De levensverwachting bij de geboorte stijgt tot boven het niveau van voor COVID
In dat jaar was de levensverwachting bij vrouwen (84,3 jaar) 4,1 jaar hoger dan bij mannen (80,2 jaar). In 2023 was de levensverwachting bij mannen voor het eerst hoger dan 80 jaar. Tijdens de periode 2000-2023 steeg de levensverwachting echter sneller bij mannen (met 5,6 jaar) dan bij vrouwen (met 3,4 jaar), waardoor de genderkloof kleiner is geworden.
De levensverwachting neemt al decennia toe, behalve in 2012 en 2015, waar lichte dalingen werden waargenomen. In 2020 daalde de levensverwachting met één jaar, tot 80,8 jaar, als gevolg van COVID-19 gerelateerde oversterfte. In 2022 wordt een oversterfte van 5,1% waargenomen, geconcentreerd tijdens epidemische golven van COVID-19, tijdens periodes van hitte en tijdens griep- en bronchiolitisepidemieën [1]. In 2023 steeg de levensverwachting tot het hoogste niveau dat werd waargenomen, boven het niveau van 2019 (pre-COVID-periode).
Levensverwachting bij de geboorte per geslacht, België, 2000-2023 Bron: Statbel [2]
De daling van de levensverwachting met één jaar tussen 2019 en 2020 kan vooral worden toegeschreven aan de groep 60 plussers. Bij mannen komt de daling van één jaar in levensverwachting vooral door de bijdrage van de leeftijdsgroep tussen 60 en 79 jaar (-0,55 jaar). Bij vrouwen is de grootste bijdrage aan de daling van de levensverwachting binnen de leeftijdsgroep 80+ (-0,59 jaar).
Bijdrage aan de daling van de levensverwachting in jaren bij geboorte per leeftijdsgroep tussen 2019 en 2020 Bron: Bourguignon et al. [3]
In alle gewesten ligt de levensverwachting boven het niveau van vóór COVID
In 2023 was de levensverwachting bij de geboorte het hoogst in het Vlaamse Gewest (83,2 jaar), gevolgd door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (82,2 jaar). De levensverwachting bij de geboorte was het laagst in het Waalse Gewest (80,6 jaar). De regionale verschillen in levensverwachting bij de geboorte zijn groter bij mannen dan bij vrouwen. Bij mannen was de levensverwachting in het Vlaamse Gewest 3,0 jaar hoger dan in het Waalse Gewest en 1,5 jaar hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Bij vrouwen was de levensverwachting in het Vlaamse Gewest 2,1 jaar hoger dan in het Waalse Gewest en 0,6 jaar hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Tijdens de periode 2000-2023 was de toename in de levensverwachting groter bij mannen dan bij vrouwen in de drie gewesten: bij mannen steeg de levensverwachting met respectievelijk 5,8, 5,1 en 5,3 jaar in het Vlaamse Gewest, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, en het Waalse Gewest, terwijl de levensverwachting bij vrouwen met 3,6, 3,5 en 2,9 jaar toenam.
In 2023 is de levensverwachting in alle gewesten gestegen tot boven het niveau van 2019.
De levensverwachting in de Duitstalige Gemeenschap bedroeg 81,9 jaar in 2023. De levensverwachting bij vrouwen (83,9 jaar) was 4,0 jaar hoger dan bij mannen (79,9 jaar).
Mannen
Vrouwen
Totaal
Levensverwachting van mannen bij de geboorte per gewest, 2000-2023 Bron: Statbel [2]
Levensverwachting van vrouwen bij de geboorte per gewest, 2000-2023 Bron: Statbel [2]
Levensverwachting bij de geboorte per gewest, 2000-2023 Bron: Statbel [2]
De levensverwachting is het hoogst in Vlaams-Brabant en het laagst in Henegouwen
Er zijn belangrijke verschillen in levensverwachting tussen de verschillende provincies. Het verschil in levensverwachting tussen de provincie met de hoogste levensverwachting (Vlaams Brabant) en de provincie met de laagste levensverwachting (Henegouwen) is 4,8 jaar bij mannen en 3,4 jaar bij vrouwen.
Met uitzondering van Waals-Brabant scoren de provincies in het Vlaamse Gewest beter op levensverwachting dan de provincies in het Waalse Gewest.
Mannen
Vrouwen
Totaal
Levensverwachting van mannen bij de geboorte per provincie, 2000-2023 Bron: Statbel [2]
Levensverwachting van vrouwen bij de geboorte per provincie, 2000-2023 Bron: Statbel [2]
Levensverwachting bij de geboorte per provincie, 2000-2023 Bron: Statbel [2]
Er is een groot verschil in levensverwachting tussen groepen met een hoge en lage sociaal-economische status
In 2019 werd een verschil in levensverwachting tussen verschillende sociaal-economische groepen waargenomen. De kloof in levensverwachting tussen de groep met de hoogste en de laagste sociaal-economische status bedroeg 8,9 jaar bij mannen en 6,0 jaar bij vrouwen. In 2020 daalde de levensverwachting in elke groep voor beide geslachten, met een kleinere daling in de hoogste sociaal-economische groep, waardoor de sociaal-economische verschillen in levensverwachting verder zijn toegenomen tot 9,3 jaar bij mannen en 6,3 jaar bij vrouwen. In beide jaren had de groep waarvoor de sociaal-economische status niet bepaald kon worden de laagste levensverwachting en in 2020 was de daling in levensverwachting het grootst in deze groep.
Mannen
Vrouwen
Levensverwachting bij de geboorte per sociaal-economische groep, mannen, 2019-2020 Bron: Bourguignon et al. [3]
Levensverwachting bij de geboorte per sociaal-economische groep, vrouwen, 2019-2020 Bron: Bourguignon et al. [3]
België zit in het EU-14 gemiddelde voor levensverwachting
In 2022 was de levensverwachting in België ongeveer gelijk aan het EU-14 gemiddelde.
Mannen
Vrouwen
Totaal
Levensverwachting van mannen bij de geboorte, EU-14-landen, 2022 of laatst beschikbaar Bron: OECD Health Data [4]
Levensverwachting van vrouwen bij de geboorte, EU-14-landen, 2022 of laatst beschikbaar Bron: OECD Health Data [4]
Levensverwachting bij de geboorte, EU-14-landen, 2022 of laatst beschikbaar Bron: OECD Health Data [4]
De levensverwachting op een bepaalde leeftijd is het aantal jaren dat een persoon van die leeftijd gemiddeld nog kan verwachten te leven op basis van de huidige sterftecijfers. De levensverwachting bij de geboorte is de meest gebruikte indicator van levensverwachting. Het is een goede indicator van de huidige gezondheidstoestand van een bevolking over alle generaties heen.
Het effect van een tijdelijke gezondheidscrisis, zoals de huidige COVID-19 pandemie, heeft belangrijke gevolgen voor het bepalen van de levensverwachting. In de periode na de pandemie zullen de sterftecijfers immers sterk verschillen van deze tijdens de crisis. Het is belangrijk om de levensverwachting in 2020 en 2021 te interpreteren rekening houdend met de COVID-pandemie.
De levensverwachting wordt op deze pagina uitgesplitst naar geslacht, gewest en sociaal-economische status, waarbij het opleidingsniveau gebruikt werd als sociaal-economische indicator.
De levensverwachting per sociaal-economische groep werd geanalyseerd door het demografisch instituut van de UCLouvain [3]. Elke sociaal-economische groep werd gedefinieerd aan de hand van een samengestelde indicator rekening houdend met het opleidingsniveau, de sociaal -professionele categorie, de woonomstandigheden en het gezinsinkomen. Elke persoon krijgt op basis van deze indicator een score op basis waarvan er vier kwartielen gedefinieerd worden die de vier sociaal-economische groepen definiëren: kansarm, middelmatig laag, middelmatig hoog en bevoordeeld. Wanneer informatie voor ten minste twee indicatoren ontbrak werd de sociaal-economische groep gedefinieerd als onbepaald. Bij de analyses werd er een overrepresentatie van inwoners van Brussel en inwoners van Afrikaanse origine vastgesteld in de onbepaalde groep.
Definities
EU-14
De EU-14 komt overeen met alle landen die tussen 1995 en 2004 tot de Europese Unie behoorden: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, en Zweden. We vergelijken de Belgische gezondheidsstatus met die van de EU-14 omdat deze landen vergelijkbare sociaaleconomische omstandigheden hebben. Opmerking: het Verenigd Koninkrijk is sinds 2020 niet mee opgenomen in de internationale vergelijking.
Levensverwachting bij de geboorte
De levensverwachting bij de geboorte is het gemiddelde aantal jaren dat een pasgeborene kan verwachten om te leven, als rekening wordt gehouden met de huidige referentiesterftecijfers en deze de komende jaren niet veranderen.
Sociaaleconomische groepen
Elke sociaal-economische groep werd gedefinieerd aan de hand van een samengestelde indicator rekening houdend met het opleidingsniveau, de sociaal -professionele categorie, de woonomstandigheden en het gezinsinkomen. Elke persoon krijgt op basis van deze indicator een score op basis waarvan er vier kwartielen gedefinieerd worden die de vier sociaal-economische groepen definiëren: kansarm, middelmatig laag, middelmatig hoog en bevoordeeld. Wanneer informatie voor ten minste twee indicatoren ontbrak werd de sociaal-economische groep gedefinieerd als onbepaald. Bij de analyses werd er een overrepresentatie van inwoners van Brussel en inwoners van Afrikaanse origine vastgesteld in de onbepaalde groep.
Bourguignon M, Damiens J, Doignon Y, Eggerickx T, Fontaine S, Lusyne P, et al. Variations spatiales et sociodémographiques de mortalité de 2020-2021 en Belgique. L’effet de la pandémie Covid-19, Document de travail 27. Louvain-la-Neuve: Centre de recherche en démographie; 2021.
In 2018 meldde 77% van de Belgische bevolking dat hun gezondheid goed tot zeer goed was. Dit aandeel is iets hoger bij mannen (79%) dan bij vrouwen (75%) en neemt af met de leeftijd. Meer mensen melden in goede gezondheid te zijn in Vlaanderen (78,5%) en Brussel (78,4%) dan in Wallonië (74,0%). Ten slotte is er een belangrijke sociaaleconomische gradiënt, waarbij het aandeel mensen dat in goede gezondheid verkeert toeneemt naarmate de sociaaleconomische status toeneemt.
De gemiddelde score voor gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit (HRQoL) is 0,79 in België, wat een daling is sinds 2013, waar deze nog 0,81 was. HRQoL is hoger bij mannen (0,82) dan bij vrouwen (0,77) en neemt sterk af met de leeftijd. Mensen in Vlaanderen hebben een betere HRQoL (0,82) dan mensen in Brussel (0,79) of Wallonië (0,75). Net als voor de subjectieve gezondheid, bestaat er ook een belangrijke sociaaleconomische gradiënt voor de gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit.
2.Achtergrond
De levenskwaliteit is een subjectieve beoordeling van het leven van een individu in zijn persoonlijke context en volgens zijn eigen waarden, doelen en verwachtingen. Deze beoordeling wordt door verschillende factoren beïnvloed zoals fysieke en mentale gezondheid maar ook door onder meer sociale relaties [1]. Op deze pagina wordt de levenskwaliteit beoordeeld aan de hand van twee indicatoren, nl. de subjectieve gezondheid en de gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit.
Subjectieve gezondheid is een concept waarmee een individu zijn eigen gezondheid beoordeelt. Ondanks het subjectieve karakter van deze indicator is deze een goede voorspeller voor ziekte, beperkingen, het gebruik van gezondheidsdiensten, en sterfte. In dit rapport beschrijven we de resultaten van de Belgische Gezondheidsenquête die het percentage van de bevolking weergeeft die een goed of heel goede gezondheid rapporteerde. De internationale resultaten zijn afkomstig van OECD, op basis van de EU-SILC onderzoeken.
De gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit (HRQoL) geeft de impact weer van de gezondheidsstatus op de levenskwaliteit. Er bestaan verschillende instrumenten om de HRQoL te meten. Hier maken we gebruik van de resultaten van de EuroQol 5 dimensie (EQ-5D) vragenlijst [2] die gebruikt werd als meetinstrument in de Belgische Gezondheidsenquête. Met deze tool wordt HRQoL beoordeeld volgens 5 dimensies: mobiliteit, zelfzorg, dagelijks activiteiten, pijn/ongemak, en angst/depressie. De antwoorden op deze dimensies worden gewogen met voorkeurswaarden getrokken uit de Belgische bevolking om een HRQoL-score te produceren (op een schaal waar 1 overeenkomt met perfecte gezondheid en 0 overeenkomt met de dood). Er wordt geen internationale vergelijking gepresenteerd voor deze indicator vanwege het ontbreken van internationale gegevens.
3.Subjectieve gezondheid
België
In 2018 beoordeelde 77% van de bevolking van 15 jaar of ouder hun gezondheid als goed of zeer goed. De subjectieve gezondheid is hoger bij mannen (78,7%) dan bij vrouwen (76,2%). Dit verschil is omgekeerd bij de jongere mensen, maar vanaf de leeftijdscategorie 45-54 beoordelen mannen hun gezondheid vaker als goed tot zeer goed dan vrouwen.
Percentage van de bevolking met (zeer) goede subjectieve gezondheid volgens leeftijd en geslacht, België, 2018 Bron: Gezondheidsenquête, Sciensano [3]
Trends en regionale verschillen
Na de verbeteringen die werden waargenomen tussen 1997 en 2013, bleef de voor leeftijd gestandaardiseerde prevalentie van (zeer) goede subjectieve gezondheid stabiel, nl. 78,1% in 2013 en 77,3% in 2018. Een hogere prevalentie werd waargenomen in Vlaanderen en in Brussel in vergelijking met Wallonië en dit verschil is statistisch significant.
Tussen 1997 en 2013 is het percentage mensen met een (zeer) goede subjectieve gezondheid gestegen in Wallonië (van 68,3% tot 74,7%) en in Vlaanderen (van 77,0% tot 80,2%). Deze evolutie wordt niet meer waargenomen in 2018, aangezien het percentage stabiel bleef in vergelijking met 2013: 74,0% in Wallonië en 79,3% in Vlaanderen. In Brussel is het percentage mensen met een (zeer) goede subjectieve gezondheid tussen 2013 en 2018 daarentegen gestegen van 73,7% naar 77,2%.
Mannen
Vrouwen
Prevalentie van (zeer) goede subjectieve gezondheid bij mannen, volgens gewest, 1997-2018 Bron: Eigen berekeningen op basis van de Gezondheidsenquête, Sciensano [3]
Prevalentie van (zeer) goede subjectieve gezondheid bij vrouwen, volgens gewest, 1997-2018 Bron: Eigen berekeningen op basis van de Gezondheidsenquête, Sciensano [3]
Sociaaleconomische verschillen
De subjectieve gezondheid vertoont een belangrijke sociaaleconomische gradiënt volgens opleidingsniveau. Na standaardisatie voor leeftijd beoordeelt slechts 57% van de mensen met een basisopleiding hun gezondheid positief versus 84% van de mensen met een tertiaire opleiding.
Prevalentie van (zeer) goede subjectieve gezondheid volgens opleidingsniveau, België, 2018 Bron: Eigen berekeningen op basis van de Gezondheidsenquête, Sciensano [3]
Internationale vergelijking
De prevalentie van (zeer) goede subjectieve gezondheid in België scoort sinds 2005 gunstig in de EU-15-landen. In 2020 stonden mannen op de vijfde plaats in de EU-15, terwijl de vrouwen de vierde plaats delen met Oostenrijk en Zweden.
Evolutie van de prevalentie van (zeer) goede subjectieve gezondheid, België en EU-15-gemiddelde, 2005-2020 Bron: Eurostat (gebaseerd op EU-SILC) [5]
4.Gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit
België
In 2018 was de gemiddelde HRQoL-score van de bevolking van 15 jaar of ouder, zoals gemeten door de EQ-5D-vragenlijst, 0,79. De HRQoL-score is aanzienlijk hoger voor mannen (0,82) dan voor vrouwen (0,77).
De HRQoL-score neemt aanzienlijk af met de leeftijd. De daling is meer uitgesproken bij vrouwen: tussen de twee extreme leeftijdsgroepen verliezen vrouwen ongeveer 26% van hun HRQoL-score (van 0,84 tot 0,62), terwijl mannen slechts 17% verliezen (van 0,86 tot 0,71).
De gemiddelde HRQoL-score gemeten door de EQ-5D-vragenlijst was lager in 2018 (0,79) dan in 2013 (0,81).
Ondanks het grote aantal mensen dat in 2013 problemen met pijn/ongemak en angst/depressie rapporteerde, zijn deze problemen in 2018 nog verder toegenomen:
pijn/ongemak werd gemeld door 56% van de bevolking in 2018 versus 50% in 2013
angst/depressie werd gemeld door 31% van de bevolking in 2018 versus 26% in 2013
In 2018 was de HRQoL-score hoger in Vlaanderen (0,82) dan in Brussel (0,79) en Wallonië (0,75).
De HRQoL-score daalde zowel in Vlaanderen (van 0,83 in 2013 naar 0,82 in 2018) als in Wallonië (van 0,78 tot 0,75). In Wallonië was de daling groter bij vrouwen (0,76 tot 0,72) dan bij mannen. De kloof tussen Wallonië en de twee andere gewesten is hierdoor tussen 2013 en 2018 verder toegenomen.
Mannen
Vrouwen
Gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit bij mannen 15 jaar en ouder, volgens gewest, 2013-2018 Bron: Gezondheidsenquête, Sciensano [4]
Gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit bij vrouwen 15 jaar en ouder, volgens gewest, 2013-2018 Bron: Gezondheidsenquête, Sciensano [4]
Sociaaleconomische verschillen
De gemiddelde HRQoL-score neemt toe met het opleidingsniveau: van 0,65 voor mensen uit de laagste opleidingsgroep tot 0,83 voor mensen met een hoog opleidingsniveau.
De EU-15 komt overeen met alle landen die tussen 1995 en 2004 tot de Europese Unie behoorden: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, en Zweden. We vergelijken de Belgische gezondheidsstatus met die van de EU-15 omdat deze landen vergelijkbare sociaaleconomische omstandigheden hebben.
EuroQol 5-dimensies vragenlijst (EQ-5D)
De EuroQol 5-dimensies vragenlijst (EQ-5D) is een snel en eenvoudig instrument dat de impact van de gezondheidsstatus op de levenskwaliteit onderzoekt. De EQ-5D bestaat uit twee onderdelen, nl. een beschrijvend gedeelte, de EQ-5D-5L en een visuele analoge schaal, de EQ-5D. Het beschrijvende gedeelte omvat vijf dimensies (mobiliteit, zelfzorg, dagelijkse activiteiten, pijn en ongemak, en angst en depressie) met elk vijf antwoordcategorieën (variërend van geen probleem tot extreme problemen).
EQ-5D score
Aan de hand van de resultaten van de EQ-5D vragenlijst wordt een globale score gevormd. De score wordt uitgedrukt op een schaal die verankerd is door de waarden 0 en 1: 0 vertegenwoordigt de dood, 1 is de beste mogelijke gezondheid. Een negatieve score is mogelijk, indien een individu zijn gezondheidstoestand als erger dan de dood inschat.
Gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit
De gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit is de persoonlijke beoordeling van de levenstoestand van een individu in de context van de cultuur en het waardesysteem waarin de persoon zich bevindt en in relatie met zijn levensdoelen, verwachtingen, normen en zijn bezorgdheid. Het is een breed concept dat op een complexe manier wordt beïnvloed door de fysieke gezondheid van de persoon, zijn psychologische staat, zijn onafhankelijkheidsniveau, zijn sociale relaties en alsook zijn relatie met de essentiële elementen van zijn omgeving.
Prevalentie van (zeer) goede subjectieve gezondheid
Percentage van de bevolking dat zijn gezondheid als goed of zeer goed beoordeelt.
Subjectieve gezondheid
Subjectieve gezondheid is de subjectieve beoordeling van een individu zijn persoonlijke gezondheidstoestand. Bij het beantwoorden van de vraag : ‘Hoe is uw algemene gezondheidstoestand?’ hebben de respondenten de keuze uit volgende vijf antwoordcategorieën: zeer goed, goed, redelijk, slecht of zeer slecht.
In 2018 konden mannen van 65 jaar verwachten dat ze nog 12,5 jaar in goede gezondheid zouden leven (levensverwachting zonder beperkingen op 65-jarige leeftijd, LVZB65), en vrouwen 12,4 jaar. Tussen 2004 en 2018 is de LVZB65 toegenomen met 2,7 jaar voor mannen en 1,4 jaar voor vrouwen.
De LVZB65 is het hoogst in Vlaanderen voor mannen (in vergelijking met de twee andere gewesten), en hoger in Brussel en Vlaanderen (in vergelijking met Wallonië) voor vrouwen. De LVZB vertoont ook een belangrijke sociaaleconomische gradiënt, waarbij LVZB toeneemt met het opleidingsniveau.
LVZB bij Belgische mannen ligt op het EU-15-gemiddelde, terwijl LVZB bij Belgische vrouwen hoger is dan het EU-15-gemiddelde.
2.Achtergrond
Indicatoren van gezonde levensverwachting zijn maatstaven voor de gezondheid van de bevolking die duur en kwaliteit van leven combineren in één enkel getal. Ze omvatten een hele reeks indicatoren die uitgedrukt worden in termen van "levensverwachting in een bepaalde gezondheidstoestand" (bijvoorbeeld zonder beperkingen of met een goede ervaren gezondheid). Ze meten met andere woorden het aantal resterende jaren dat, op een bepaalde leeftijd, in deze gezondheidstoestand zal worden doorgebracht. De schatting van de gezonde levensverwachting veronderstelt dat de huige sterfte- en morbiditeitscijfers in de toekomst ongewijzigd blijven.
De sterftecijfers worden berekend op basis van exhaustieve sterftegegevens van de bevolking. De prevalentie van de morbiditeitsindicator wordt meestal verkregen uit bevolkingsonderzoeken. In dit rapport hebben we de Healthy Life Years (HLY)-indicator gebruikt op basis van het "Global Activity Limitation Instrument" (GALI) om de levensverwachting zonder beperkingen (LVZB) te beoordelen. We gebruikten voornamelijk gegevens van de Belgische Gezondheidsenquête, omdat ze regionale vergelijkingen mogelijk maken. Voor een internationale vergelijking hebben we gegevens uit de Europese enquête naar inkomsten en levensomstandigheden (EU-SILC) gebruikt, die tot kleine verschillen tussen nationale of internationale waarden hebben geleid.
Bij het schatten van LVZB volgens opleidingsniveau of gewest, wordt het proces complexer omdat de twee componenten van de indicator ook moeten berekend worden per opleidingsniveau of gewest.
In dit rapport ligt de nadruk op de trends in LVZB op de leeftijd van 65, over tijd en per gewest. Daarnaast presenteren we LVZB per opleidingsniveau op de leeftijd van 25, 50 en 65.
Levensverwachting zonder beperkingen, levensverwachting in goede/slechte zelfgerapporteerde gezondheid, en levensverwachting zonder/met chronische morbiditeit kunnen ook verder worden verkend op een interactieve website.
3.Levensverwachting zonder beperkingen
België
In 2018 bedroeg de levensverwachting zonder beperkingen op 65-jarige leeftijd (LVZB65) in België 12,5 jaar voor mannen en 12,4 jaar voor vrouwen. Van mannen en vrouwen wordt dus verwacht dat zij respectievelijk 68% en 57% van het resterende leven zonder functiebeperkingen doorbrengen. Terwijl vrouwen veel langer leven, leven ze slechts iets langer zonder beperkingen, en als gevolg daarvan leven ze meer jaren met beperkingen (zowel in absoluut aantal jaren als in % van het resterende leven).
In de periode 2001-2018 is de LVZB65 met ongeveer 3,7 jaar gestegen voor mannen en 2,7 jaar voor vrouwen.
Levensverwachting (LV) en levensverwachting zonder beperkingen (LVZB) op 65-jarige leeftijd, volgens geslacht, België, 2001-2018 Bron: Eigen berekeningen op basis van de Statbel sterftetafels [1] en de Gezondheidsenquête, Sciensano [2]
Regionale verschillen
De volgende regionale verschillen in LVZB65 worden waargenomen in België in 2018:
Bij mannen is de LVZB het hoogst in Vlaanderen, gevolgd door Wallonië (-0,7 jaar) en Brussel (-1,5)
Bij vrouwen is de LVZB hoger in Brussel en Vlaanderen dan in Wallonië (-2,7)
Er bestaan aanzienlijke sociaaleconomische ongelijkheden in LVZB op een bepaalde leeftijd, en deze zijn meer uitgesproken bij vrouwen dan bij mannen. In 2011 bedroeg de kloof in LVZB op 25-jarige leeftijd tussen laag- en hoogopgeleide groepen 10,5 jaar bij mannen en 13,4 bij vrouwen. Op 50-jarige leeftijd was het verschil ongeveer 6,7 jaar bij mannen en 7,7 jaar bij vrouwen. Op 65-jarige leeftijd bestaat deze kloof nog steeds en bereikte ze 2,5 jaar bij mannen en 4,6 jaar bij vrouwen. Relatief gezien nemen de verschillen toe met de leeftijd bij vrouwen, maar niet bij mannen.
De LVZB van mannen en vrouwen ligt onder maar dicht bij het EU-15-gemiddelde. De LVZB bij mannen is 10,5 jaar in België en 10,6 in de EU-15; bij vrouwen is de LVZB 10,7 jaar in België en 10,9 in de EU-15.
Mannen
Vrouwen
Levensverwachting zonder beperkingen op 65-jarige leeftijd voor mannen, EU-15, 2019 Bron: Eurostat [4]
Levensverwachting zonder beperkingen op 65-jarige leeftijd voor vrouwen, EU-15, 2019 Bron: Eurostat [4]
De EU-15 komt overeen met alle landen die tussen 1995 en 2004 tot de Europese Unie behoorden: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, en Zweden. We vergelijken de Belgische gezondheidsstatus met die van de EU-15 omdat deze landen vergelijkbare sociaal-economische omstandigheden hebben.
Global Activity Limitation Instrument (GALI)
Het Global Activity Limitation Instrument (GALI) is een instrument met één vraag om de aanwezigheid van langdurige functiebeperking te beoordelen: "In welke mate bent u gedurende ten minste de afgelopen 6 maanden vanwege een gezondheidsprobleem beperkt geweest in activiteiten die mensen gewoonlijk doen? Zou je zeggen dat je ... ernstig beperkt / beperkt maar niet ernstig / helemaal niet beperkt bent?" De vraag is ontwikkeld door het Euro-REVES-project. Het wordt gebruikt in de Belgische Gezondheidsenquête en de Europese enquête naar de inkomens en levensomstandigheden (EU-SILC).
Levensverwachting zonder beperkingen
De levensverwachting zonder beperkingen (LVZB) op een bepaalde leeftijd, ook wel gezonde levensjaren ("Healthy Life Years", HLY) genoemd, meet het aantal resterende jaren dat een persoon van die bepaalde leeftijd verwacht wordt te leven zonder beperkingen. Het combineert informatie over sterfte en ziekte / gezondheid. De prevalentiegegevens worden verkregen uit enquêtes. Afhankelijk van de gebruikte enquête, kunnen kleine verschillen worden waargenomen. In dit rapport zijn de waarden die gebruikt worden voor de regionale vergelijkingen gebaseerd op de Belgische Gezondheidsenquête, terwijl de waarden die gebruikt worden voor de internationale vergelijkingen gebaseerd zijn op de SILC-gegevens.
Levensverwachting zonder beperkingen op 25-jarige leeftijd volgens opleidingsniveau
De levensverwachting zonder beperkingen volgens opleidingsniveau worden doorgaans berekend op basis van een compilatie van verschillende databronnen. In dit rapport werd het berekend op basis van:
Een koppeling en follow-up van de volkstelling 2011 met het Rijksregister, om de sterfte volgens opleidingsniveau in te schatten; en
De prevalentie van beperkingen volgens de Belgische Gezondheidsenquête (2008 en 2013 gepoold).
Internationale standaardclassificatie van het onderwijs (International Standard Classification of Education - ISCED)
ISCED is de internationale standaardclassificatie om onderwijsprogramma's en onderwijskwalificaties per niveau en domein te classificeren. Ze bevat zeven categorieën:
Renard F, Devleesschauwer B, Van Oyen H, Gadeyne S, Deboosere P (2019) Evolution of educational inequalities in life and health expectancies at 25 years in Belgium between 2001 and 2011: a census-based study. Arch Public Health 77:6. doi: 10.1186/s13690-019-0330-8