Wanneer een burger het nummer 112 belt om medische hulp te vragen, wordt een proces opgestart waar verschillende actoren een rol in spelen. Deze actoren worden hierna uitvoerig besproken.
Noodcentrale 112
Algemene werking
Er zijn in België 10 noodcentrales 112: één in elke provinciehoofdplaats met uitzondering van Waals-Brabant en één in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De oproepen uit Waals-Brabant worden behandeld in de noodcentrale 112 van Henegouwen.
“België telt tien noodcentrales 112.”
Via het noodnummer 112 komt een zorgvrager in België terecht in één van de 10 centrales. In 2023 hadden de noodcentrales 447 operatoren in dienst[1]. Een operator in de noodcentrale zal de oproep beantwoorden en de hulpvraag analyseren. De operator van de noodcentrale 112 bepaalt het ernstniveau van de hulpvraag met behulp van de vastgelegde protocollen uit het Belgisch Handboek voor Medische Regulatie. Vervolgens worden de meest geschikte middelen ingezet. Dat kan een paramedisch interventieteam (PIT), een mobiele urgentiegroep (MUG) of een ziekenwagen zijn.
De operatoren worden bijgestaan door een medisch directeur[2], een adjunct-medisch directeur[3] en verpleegkundige regulatoren[4].
- De medisch directeur is verantwoordelijk voor de supervisie van de medische kwaliteit van de dispatching van de dringende hulp. Hij moet beschikken over een diploma geneesheer-specialist in de urgentiegeneeskunde.
- De adjunct-medisch directeur is houder van de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg. Onder de coördinatie van de medisch directeur, voert hij in de noodcentrale 112 opdrachten uit als functionele medische autoriteit, als projectmedewerker, en als schakel tussen de verschillende partners van de noodcentrale 112.
- De verpleegkundige regulator ondersteunt en coacht de operatoren door hen onder meer een adequate medische vorming aan te bieden. De verpleegkundige is houder van een bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg. Daarnaast dient deze een specifieke opleiding te volgen wat betreft crisisbeheer en rampenplannen.
Niet-dringende medische hulp via een oproep naar 1733
1733 is een centraal nummer voor het verlenen van niet-dringende medische hulp aan burgers buiten de werkuren, zoals ‘s nachts tijdens de week, in het weekend of op feestdagen. Dit nummer wordt gekoppeld aan de lokale geneeskundige permanenties. De operatoren van sommige noodcentrales 112 behandelen al oproepen naar het nummer 1733.
“Het nummer 1733 kan reeds in 1.109 gemeenten gebruikt worden om een huisarts van wacht te bereiken.” |
Sinds 4 januari 2024 hebben de inwoners van 1.109 gemeenten, geïdentificeerd aan de hand van hun postcode, de mogelijkheid om contact op te nemen met een huisarts van wacht door 1733 te bellen[5].
In 602 van deze 1.109 gemeenten worden de 1733-oproepen behandeld door een noodcentrale 112. Dit is het geval voor de gemeenten die worden gedekt door de noodcentrales van Aarlen, Antwerpen, Bergen, Brugge, Leuven en Luik. Welke noodcentrale de oproep aanneemt, hangt af van de gemeente van waaruit naar 1733 wordt gebeld. Deze oproep wordt op complementaire wijze en in synergie met het 112-oproepsysteem georganiseerd. Getrainde operatoren verwijzen de zorgvrager, op basis van het Belgische Handboek voor Medische Regulatie, door naar het meest geschikte zorgaanbod.
In de 507 andere gemeenten wordt men momenteel rechtstreeks doorgeschakeld naar een medewerker van de wachtpost of naar een huisarts van wacht. Door een nijpend tekort aan operatoren is het immers niet mogelijk om reeds in alle gemeenten de 1733-oproepen door de noodcentrale 112 te laten beantwoorden.
Meer weten?
www.1733.be
Taskforce operatoren: wanneer er een tekort is aan operatoren
Ondanks de niet-aflatende inspanningen om de personeelsbezetting in de noodcentrales 112 te verhogen, blijft het aantal operatoren op de werkvloer onvoldoende. Om goed te kunnen werken, heeft een noodcentrale 112 minimaal drie operatoren nodig. Het is pas met vier of meer operatoren dat de centrale voldoende capaciteit heeft om 1733-oproepen te behandelen. Eind 2023 voerde de algemene directie Civiele Veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken, in samenwerking met haar partners, waaronder de FOD Volksgezondheid, een 360°-oefening uit om alle problemen van de noodcentrales 112 aan te pakken. Deze samenwerking heeft geleid tot de ontwikkeling van een masterplan voor de noodcentrales. Het plan is opgebouwd rond zeven grote uitdagingen: bestuur (1), werkorganisatie (2), human resources (3), instrumenten en technologie (4), welzijn (5), communicatie (6) en financiering (7). Het actieplan omvat bijna 150 acties en biedt hefbomen voor een aanzienlijke verbetering van de huidige situatie.
Een van de oplossingen is het creëren van een snelle wervingsprocedure, beter bekend als ‘Fast Lane’. Op één dag leggen kandidaten alle examens en interviews af die deel uitmaken van de selectieproeven. Het opleidingstraject is ook aangepast, zodat toekomstige operatoren 1733-oproepen kunnen behandelen terwijl ze tegelijkertijd worden opgeleid om 112-oproepen te beantwoorden. Deze win-winsituatie komt ten goede aan zowel de operatoren, die de kans krijgen om hun toekomstige beroep uit te oefenen voor het einde van hun opleiding, als aan de 112-noodcentrale, die sneller over personeel beschikt om de 112-operatoren te ontlasten.
Op 15 maart 2024 startten al 32 operatoren en hadden reeds 25 personen via de ‘Fast Lane’-procedure een baan als 112- of 1733-operator aanvaard. Er bleven nog 31 vacatures over. Ter vergelijking: in 2023 werden 32 operatoren voor 112- en 1733-oproepen aangeworven.
Een tweede oplossing die werd voorgesteld, is de oprichting van twee supra-provinciale, virtuele noodcentrales (één Nederlandstalige en één Franstalige) voor 1733-oproepen. De operatoren die in deze virtuele 1733-centrale werken, zullen fysiek blijven werken vanuit hun post in de noodcentrales van de verschillende provincies. Echter, de 1733-oproepen die in deze virtuele centrale binnenkomen, zullen worden afgehandeld door de operatoren, ongeacht welke territoriaal bevoegde noodcentrale 112 de oproep normaal zou moeten behandelen. Voorheen werd een oproep binnen de provincie Henegouwen behandeld door de noodcentrale van Bergen. Dankzij dit systeem kan diezelfde 1733-oproep worden beantwoord door bijvoorbeeld een operator van de noodcentrale 112 in Luik. Aangezien de afhandeling van oproepen niet langer afhankelijk zal zijn van de werkplek van de operator, maar van zijn of haar beschikbaarheid, zal dit systeem het probleem van het personeelstekort oplossen. Hierdoor kan een operator die de 1733-oproepen in de noodcentrale van Leuven beantwoordt bijvoorbeeld een 1733-oproep van een beller in Antwerpen behandelen wanneer de 1733-operator van de noodcentrale in Antwerpen al in gesprek is met een andere beller. Voorheen werd dit type oproep in wacht geplaatst totdat de operator van de Antwerpse noodcentrale zijn eerste oproep had afgesloten. Het bundelen van de personeelsmiddelen van de noodcentrales binnen dezelfde taalrol zou het beheer van 1733-oproepen moeten verbeteren.
De supra-provinciale Franstalige virtuele 1733-noodcentrale werd ingehuldigd op 1 april 2024. Na een testfase werden de medische wachtposten geleidelijk elke 15 dagen toegevoegd. De Nederlandstalige virtuele centrale volgde een maand later, op 1 mei 2024. Uiteindelijk zou dit systeem heel België moeten dekken.
Ziekenwagendiensten en permanenties
Op 1 januari 2024 hadden 116 organisaties een overeenkomst ondertekend met de FOD Volksgezondheid getiteld “Overeenkomst ziekenwagendienst – Dringende Geneeskundige Hulpverlening”. In deze overeenkomst verbinden de diensten zich ertoe om op de overeengekomen tijden beschikbaar te zijn.
Volgende organisaties engageren zich binnen de dringende hulpverlening:
|
Op basis van de overeenkomst worden één of meerdere permanenties door twee hulpverleners-ambulanciers (of verpleegkundigen met bijzondere beroepstitel) bemand, die op vraag van de noodcentrale naar een zorgvrager kunnen uitrijden.
Op 1 februari 2024 waren in België 420 permanenties geregistreerd, zowel voor ziekenwagens (379) als voor paramedische interventieteams (41).[6] Tegen eind 2024 zal België in totaal 441 gefinancierde permanenties hebben, dankzij de oprichting van 3 ziekenwagenpermanenties en 18 PIT-permanenties.
- De meeste permanenties beschikken over ambulanciers die op de vertrekplaats zelf van wacht zijn. Deze beschikken over een rustlokaal. Dit noemt men ook wel een permanentie ‘onder dak’. Dit type permanentie komt het vaakst voor (345 posten).
- Een aantal permanenties hebben een dienst waarbij de ambulanciers thuis van wacht zijn en naar de vertrekplaats gaan in geval van een oproep. In dat geval spreekt men van een permanentie ‘zonder dak’. Dit type dienst komt het minst voor (26 posten).
- Sommige permanenties bieden een gemengde permanentie, d.w.z. een combinatie van permanentie ‘zonder dak’ en ‘onder dak’. In totaal zijn er 49 posten georganiseerd volgens dit model.
Meer weten over ziekenwagendiensten:
https://www.health.belgium.be/
Aantal permanenties van ziekenwagens en PIT-functies per type (01/02/2024)
Verschillende hulpdiensten in de dringende hulpverlening
In een situatie waarin er nood is aan dringende hulpverlening, kan men verschillende hulpmiddelen uitsturen naar de plaats waar de noodsituatie zich voordoet, nl. een ziekenwagen, een paramedisch interventieteam (PIT) of een mobiele urgentiegroep (MUG). Op basis van vastgelegde protocollen in het Belgisch Handboek voor Medische Regulatie bepaalt de operator uit de noodcentrale welk middel zal opgeroepen worden. Daarnaast kan een operator de oproeper op basis van de bovengenoemde protocollen doorverwijzen naar een huisarts (van wacht).
Ziekenwagen
Een ziekenwagen is een voertuig dat speciaal aangepast, ingericht en uitgerust is om enerzijds dringende hulpverlening op een interventieplaats te bieden en anderzijds om op een veilige manier in te staan voor het vervoer van een patiënt. Een ziekenwagen beschikt over het nodige materiaal voor monitoring en eerste zorgverstrekking. In elke ziekenwagen zijn er minstens twee hulpverleners-ambulanciers. Zij zijn meestal de eerste gezondheidswerkers die op de plaats van de interventie arriveren.
In België zijn er 379 permanenties voor het uitzenden van erkende ziekenwagens voor de dringende hulpverlening. Hiervan zijn er 31 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 201 in het Vlaamse Gewest en 147 in het Waalse Gewest gevestigd. Wanneer we het aantal permanenties per 100.000 inwoners bekijken, dan stellen we vast dat er meer permanenties aanwezig zijn in het Waalse Gewest (3,98 per 100.000 inwoners) ten opzichte van respectievelijk 2,95 en 2,49 per 100.000 inwoners in het Vlaamse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Intermediaire ziekenwagen
Een intermediaire ziekenwagen is een ziekenwagen waarvan de hoofdactiviteit het niet-dringende ziekenvervoer is, maar die - indien nodig - kan worden ingezet voor dringende medische hulpverlening bij een ramp of crisis, of als tijdelijk vervangingsvoertuig bij bestaande ziekenwagendiensten. Dit systeem is ontwikkeld om snel medische noodhulp te kunnen bieden wanneer dat nodig is.
Het kan bijvoorbeeld gaan om het overbrengen van een patiënt tussen twee ziekenhuizen of het onderzoeken van een patiënt op een brancard in het ziekenhuis. De intermediaire ziekenwagen moet worden erkend door de deelstaten om niet-dringend medisch vervoer te kunnen uitvoeren, en ook door de FOD Volksgezondheid om te kunnen worden ingezet in het systeem voor dringende medische hulpverlening. Tot 2024 bevond dit type middel zich in een grijze zone tussen de bevoegdheden van de deelstaten en de federale overheid. Een nauwe samenwerking tussen de federale overheid en de deelstaten heeft het mogelijk gemaakt om het gebruik van intermediaire ziekenwagens en de criteria die hen definiëren, te verduidelijken.
Paramedisch interventieteam (PIT)
Het paramedisch interventieteam (PIT) is een hulpteam dat intervenieert bij ernstigere hulpvragen. Het team bestaat uit minstens een hulpverlener-ambulancier en een verpleegkundige die over de bijzondere titel in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg beschikt. Een PIT-ziekenwagen kan uitgestuurd worden voor interventies waar de zorgen kunnen toevertrouwd worden aan een verpleegkundige. Daarnaast wordt een PIT in sommige gevallen opgeroepen wanneer er geen MUG ter beschikking is.
Naast het basismateriaal voor een ziekenwagen moet een PIT-ziekenwagen over het nodige materiaal beschikken om al zijn opdrachten te kunnen uitvoeren. Aan de verpleegkundige zijn immers meer taken toevertrouwd dan aan de hulpverlener-ambulancier via staande orders (zie hoofdstuk Kwaliteit en innovatie). Hierdoor kan de verpleegkundige een aantal medische handelingen ter plaatse uitvoeren. Daarnaast kan het PIT-team contact opnemen met een verwijzende arts als medische begeleiding nodig is. Dit is een arts die vanop afstand de verpleegkundige adviseert en coacht in het gebruik van de staande orders.
De PIT-functie is momenteel een pilootproject. In oktober 2009 werden in België 24 PIT-pilootprojecten gelanceerd. Momenteel worden er geen nieuwe diensten opgestart binnen het pilootproject maar nemen verschillende ziekenhuizen zelf het initiatief om een bestaande, erkende ziekenwagendienst te upgraden naar een PIT-functie. Tegen eind 2024 zullen 27 nieuwe PIT-functies opgenomen zijn in de dringende medische hulpverlening in het kader van het project voor dringend inter-hospitaaltransport per ziekenhuisnetwerk. Dit brengt het totale aantal actieve PIT-functies in België op 51. Een PIT-functie kan meerdere paramedische interventieteams hebben.
Op 1 februari 2024 waren in België 41 permanenties door een paramedisch interventieteam (PIT) bemand, waarvan 25 in het Vlaams Gewest, 13 in het Waals Gewest en 3 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Als we echter kijken naar het aantal PIT-permanenties per 100.000 inwoners, zien we dat de cijfers bijna gelijk zijn in Vlaanderen en Wallonië. Er zijn 0,35 PIT-permanenties per 100.000 inwoners in het Waals Gewest, tegenover 0,37 in het Vlaams Gewest. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn er 0,24 PIT-permanenties per 100.000 inwoners.
Mobiele urgentiegroep (MUG)
Een mobiele urgentiegroep of MUG is een mobiel medisch team dat dringende geneeskundige hulp toedient bij een interventie in het kader van een noodsituatie. Het team bestaat ten minste uit een spoedarts en een verpleegkundige die houder is van de bijzondere titel in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg. De standplaats van de MUG-functie bevindt zich aan een ziekenhuis.
Het MUG-team wordt altijd begeleid door een ziekenwagen of PIT en kan worden opgeroepen door de 112-operator of door de ambulanciers ter plaatse, als zij vinden dat extra medische hulp nodig is.
Er waren in België op 1 februari 2024, 94 MUG-functies waarvan 49 in het Vlaamse Gewest, 36 in het Waalse Gewest en 9 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Twee van deze 94 MUG-functies betreffen MUG-helikopters die gevestigd zijn in de provincie Luik en in Brugge; deze fungeren momenteel als pilootproject.
Wanneer we het aantal MUG-functies per 100.000 inwoners bekijken, dan stellen we vast dat er meer MUG-functies aanwezig zijn in het Waalse Gewest (0,97 per 100.000 inwoners) ten opzichte van 0,72 per 100.000 inwoners in het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De grotere aanwezigheid in het Waalse Gewest kan verklaard worden door de dunner bevolkte gebieden waardoor een grotere aanwezigheid van MUG-functies vereist is om snelle zorgverlening te kunnen garanderen. Het is immers de bedoeling om in alle gewesten dezelfde toegankelijkheid tot dringende medische zorg te waarborgen. Daartoe wordt het aantal MUG-functies bepaald door programmatiecriteria op basis van o.a. het aantal inwoners per provincie. Deze werden vastgelegd in een Koninklijk Besluit.[7]
Aantal permanenties voor ziekenwagens en erkende
PIT-en MUG-functies per 100.000 inwoners en per gewest
Meer weten over de locatie van de erkende MUG- en PIT-functies en de
standplaats van de ziekenwagens:
https://www.health.belgium.be
Spoedgevallendiensten
Een ziekenwagen vervoert de patiënt in principe naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis met een dienst voor gespecialiseerde spoedgevallenzorg zoals bepaald door de 112-noodcentrale. |
Het dichtstbijzijnde ziekenhuis wordt berekend in functie van de aanrijtijd en niet in functie van het aantal kilometers: bv. de afstand van Egenhoven via N264 naar UZ Leuven campus Gasthuisberg bedraagt 5 km maar de aanrijtijd is 9 minuten. De afstand van Egenhoven naar het Regionaal Ziekenhuis Heilig Hart is 4,2 km maar de aanrijtijd is 10 minuten. De patiënt zal dus in dit geval naar UZ Leuven campus Gasthuisberg gevoerd worden hoewel het Regionaal Ziekenhuis Heilig Hart dichterbij ligt, omdat de aanrijtijd korter is. Wanneer een MUG ingrijpt, heeft de arts de mogelijkheid om af te wijken van de snelste aanrijtijd, op voorwaarde dat dit gerechtvaardigd wordt door de diagnose van de patiënt of de behoefte aan een specifiek therapeutisch platform (bijvoorbeeld neurochirurgie of neonatologie). |
In België kennen we twee types spoedgevallendiensten:
- Een dienst voor gespecialiseerde spoedgevallenzorg: deze dienst moet permanent bemand zijn door een spoedarts en minstens 2 verpleegkundigen waarvan minstens één verpleegkundige die de bijzondere beroepstitel in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg behaald heeft. Deze dienst moet in staat zijn de vitale functies van een patiënt te stabiliseren en te herstellen. De 112-ziekenwagens moeten de patiënt naar dit type dienst brengen.
- Een dienst voor eerste opvang van spoedgevallen: elk acuut ziekenhuis dat niet beschikt over een dienst voor gespecialiseerde spoedgevallenzorg dient te beschikken over een dienst voor eerste opvang van spoedgevallen. Hier volstaat 1 verpleegkundige en een arts van wacht voor het volledige ziekenhuis.
Op 01/02/2024 waren er in België 124 spoedgevallendiensten verspreid over de verschillende campussen van ziekenhuizen[8]. Hiervan zijn er 2 campussen in het Vlaamse Gewest, 2 in het Waals Gewest en 1 in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest die slechts een spoedgevallendienst voor eerste opvang hebben. De andere betreffen diensten voor gespecialiseerde spoedgevallenzorg.
Aantal spoedgevallendiensten per gewest (01/02/2024)
|
Meer weten over de voorwaarden waaraan een dienst voor gespecialiseerde spoedgevallenzorg of een spoedgevallendienst voor eerste opvang dient te voldoen:
|
Personeel bij de hulpdiensten in de dringende hulpverlening
Verpleegkundigen en paramedisch personeel die bevoegd zijn om dringende medische hulp te verlenen, zijn herkenbaar aan een onderscheidingsteken in de vorm van een badge die wordt uitgereikt door de FOD Volksgezondheid.
- Voor ziekenwagenpersoneel is de toekenning van dit onderscheidingsteken afhankelijk van het behalen van het brevet hulpverlener-ambulancier. Dit brevet wordt toegekend na het succesvol beëindigen van de opleiding, die wordt georganiseerd door de provinciale opleidingscentra.
- Verpleegkundigen met een bijzondere beroepstitel spoed en intensieve zorg hoeven zelfs geen extra opleiding te volgen om het onderscheidingsteken van de FOD Volksgezondheid te krijgen. Voor andere verpleegkundigen die dringende medische hulp willen verlenen, wordt het onderscheidingsteken toegekend op voorwaarde dat ze de opleiding in de provinciale opleidingscentra met succes hebben gevolgd.
- Artsen hoeven geen onderscheidingsteken te hebben om in een MUG te werken.
Aantal zorgverleners per type met brevet en onderscheidingsteken (31/12/2023)[9]
Het aantal verpleegkundigen gespecialiseerd in intensieve zorg en spoedgevallenzorg met een brevet en onderscheidingsteken is de afgelopen tien jaar bijna verdubbeld.
Aantal zorgverleners per type met brevet en onderscheidingsteken
Meer informatie over de opleiding hulpverlener-ambulancier:
Koninklijk besluit van 1 januari 2024 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers
[1]Bron: FOD Binnenlandse zaken en Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (DBDMH)
[2]De taken van de medisch directeur zijn vastgelegd in het koninklijk besluit tot definiëring van de functie, de opdrachten en het competentieprofiel van de medisch directeur van de 112-centra
[3]De taken van de medisch adjunct-directeur zijn vastgelegd in het koninklijk besluit tot definiëring van de functie, de opdrachten en het competentieprofiel van de medisch adjunct-directeur van de 112-centra
[4]Bron: De taken van de verpleegkundige regulator zijn vastgelegd in het koninklijk besluit tot definiëring van de functie, de opdrachten en het competentieprofiel van de verpleegkundig regulator van de 112-centra.
[5]In andere gemeenten is de huisarts van wacht bereikbaar via een lokaal telefoonnummer.
[6]Permanenties zoals hierboven besproken worden enkel georganiseerd voor ziekenwagens en paramedische interventieteams (PIT). Daarom worden hier geen gegevens over de MUG-functies vermeld.
[7]Koninklijk besluit van 20 september 2020 tot vaststelling van de nadere regelen inzake het maximumaantal en tot vaststelling van de programmatiecriteria die van toepassing zijn op de functie ‘mobiele urgentiegroep’.
[8]Bron: FOD Volksgezondheid (2024, 1 februari). Hospital Infrastructure Repositry (HIR). [Dataset]
[9]Bron: FOD Volksgezondheid (31 december 2023). E-CAD. [Dataset]