De opvang van een grote federale ramp of crisis wordt gecoördineerd vanuit het Nationaal Crisiscentrum, dat deel uitmaakt van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. De principes van het beheer dat uitgewerkt is op federaal niveau worden echter ook op provinciaal en gemeentelijk niveau toegepast bij kleinere incidenten.
Vijf disciplines
Een ramp of collectieve noodsituatie wordt bestreden door verschillende interventiediensten waarbij elke discipline een monodisciplinair interventieplan heeft dat de eigen werking beschrijft. Wanneer meerdere disciplines gelijktijdig ingezet worden, is een gemeenschappelijke coördinatie vereist en spreekt men over een multidisciplinaire inzet.[1] |
|
“5 disciplines of interventiediensten kunnen ingeschakeld worden in het geval van een ramp of crisis” |
Discipline 1: de hulpverleningszones
|
Discipline 2: de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening De opdrachten van discipline 2 worden uitgevoerd door medische en psychosociale diensten (bv. ziekenwagendiensten, MUG-diensten, het Rode Kruis, psychosociale hulpverleners, de federale gezondheidsinspectie, …) De belangrijkste opdrachten van deze discipline worden verder in dit rapport besproken. |
Discipline 3: de politie van de plaats van de noodsituatie
|
Discipline 4: de logistieke steun
|
Discipline 5: Informatie aan de bevolking
|
Noodplannen
Het doel van noodplanning is het anticiperen op een ramp of crisis. Allerhande maatregelen, procedures, instrumenten en coördinatiemechanismen worden ingevoerd. Op die manier kunnen middelen (zowel menselijk als materieel) die noodzakelijk zijn voor het beheer van de situatie snel en efficiënt ingezet worden. Afhankelijk van de aard van het incident bestaan er verschillende noodplannen.
- De multidisciplinaire noodplannen worden ontwikkeld door verschillende overheden. Deze noodplannen zijn bedoeld voor crisisbeheer op federaal, provinciaal of gemeentelijk niveau. Dit type noodplan werd bijvoorbeeld ingeschakeld tijdens de terroristische aanslagen in Zaventem en Maalbeek en tijdens de COVID-19-crisis;
- Monodisciplinaire interventieplannen: deze plannen hebben als doel per discipline de opdrachten uit te werken, zodat een discipline zelfstandig kan starten en snel kan optreden. Daarnaast maakt een interventieplan het mogelijk om samen te werken met andere disciplines;
- Interne noodplannen: dit zijn plannen uitgewerkt op het niveau van een instelling, bv. een ziekenhuis.
Meer weten?
Noodplannen - Crisiscentrum
Hieronder gaan we dieper in op het monodisciplinair interventieplan van de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening (discipline 2) waarvoor de FOD Volksgezondheid verantwoordelijk is in geval van een noodsituatie.
In dit interventieplan worden volgende opdrachten beschreven:
- de medische keten opstarten;
- de geneeskundige en psychosociale zorgen toedienen aan slachtoffers en bij de noodsituatie betrokken personen;
- het vervoer van slachtoffers organiseren;
- maatregelen nemen ter bescherming van de volksgezondheid.
De federale gezondheidsinspecteur speelt een belangrijke rol bij de uitvoering van dit interventieplan. Hij is de lokale vertegenwoordiger van de FOD Volksgezondheid voor dringende medische hulpverlening. Hij is de gesprekspartner van de gouverneur, de burgemeester, de gezondheidswerkers en de burgers. De federale gezondheidsinspecteur wordt bijgestaan door een expert incident- en crisismanagement (ICM), een psychosociaal manager (PSM) en een team medische directie 112. Dit team bestaat voor elke 112-noodcentrale uit een medisch directeur, een adjunct-medisch directeur en verpleegkundigen-regulatoren. Samen vormen ze een ‘Cluster federale gezondheidsinspectie’. De taken van de clusters zijn de volgende:
|
Meer weten?
https://www.health.belgium.be
In wat volgt worden er 3 specifieke sub-plannen besproken die in het kader van bovenstaande opdrachten werden ontwikkeld.
Geneeskundige zorgen |
Psychologische zorgen |
Volksgezondheid |
||
Medisch | PsychoSociaal |
Plan Risico’s en Manifestaties |
||
InterventiePlan | InterventiePlan | |||
MIP |
PSIP |
PRIMA |
Medisch Interventieplan - (MIP)
De eerste hulpgroepen (politie, ziekenwagendienst of brandweer) ter plaatse kunnen een opstart van een medisch interventieplan (MIP) aanvragen[2]. Slechts enkele beroepsbeoefenaars kunnen een MIP aankondigen, nl.:
- de (adjunct)[3] directeur medische hulpverlening;
- de eerste MUG-arts ter plaatse;
- een federaal gezondheidsinspecteur;
- een expert ‘Incident en Crisis Management’ (ICM);
- het hoofd van de dienst Respons van het directoraat-generaal Paraatheid en Respons inzake Noodsituaties op Gezondheidsgebied van de FOD Volksgezondheid.
De noodcentrale, die territoriaal bevoegd is, zal het MIP uiteindelijk formeel afkondigen.
Een MIP kent verschillende niveaus met toenemende inzet van middelen afhankelijk van fase waarin het MIP zich bevindt. De (adjunct)-gezondheidsinspecteur ((ADJ)GI), (adjunct) directeur medische hulpverlening ((ADJ)DIRMED) en psychosociaal manager (PSM) worden steeds opgeroepen. Afhankelijk van de fase worden de Medische Urgentiegroep (MUG), ziekenwagens (ZW112) en snelle interventiemiddelen (SIM) ingezet.
Het opschalen en afbouwen van de plannen gebeurt door de 112-noodcentrale op basis van de verkregen informatie van de hogergenoemde personen. Bij de opschaling van een MIP kan de 112-noodcentrale van de getroffen provincie een beroep doen op middelen van de nabijgelegen provincies. De federaal minister van Volksgezondheid heeft een conventie met het Belgische Rode Kruis om te voorzien in ondersteuning in geval van een (medische) noodsituatie. Dit omvat, onder andere, het voorzien in de volgende zaken:
- Ziekenwagens en ambulanciers.
- Snelle Inzetbare Middelen (SIM) voor de opbouw van de vooruitgeschoven medische post.
- Verbindingsofficieren: dit zijn personen die contacten leggen tijdens een noodsituatie en de communicatie verzekeren tussen de verschillende betrokken partners.
- Logistieke ondersteuning (sanitaire kits, veldbedden, dekens, …)
- Een uitrol in ‘dringende sociale interventie’: dit zijn vrijwilligers die dringende psychosociale ondersteuning bieden bij grootschalige hulpacties tijdens rampen of ernstige gevallen.
Het hoofd van de dienst Respons van het directoraat-generaal Paraatheid en Respons inzake Noodsituaties op Gezondheidsgebied, de federale gezondheidsinspecteurs en de expert incident- en crisismanagement coördineren de medische hulpverlening tijdens een crisis. Wanneer de crisis van die omvang is dat men belangrijke sociaaleconomische gevolgen vreest, wordt er ook om bestuurlijke aansturing gevraagd (burgemeester, gouverneur).
Bijvoorbeeld: in geval van een grote industriebrand, verplaatst een giftige wolk zich naar de omliggende bedrijven. Op dat moment dient beslist te worden of de fabriek om gezondheidsredenen moet ontruimd worden. Deze beslissing wordt genomen door de directeur van de commandopost operaties of in de bestuurlijke fase door de burgemeester of gouverneur. Dit besluit heeft financiële gevolgen. Eventueel zal ook een schadevergoeding moeten betaald worden. De verschillende disciplines hebben op dat moment een adviserende functie in het gemeentelijke of provinciale coördinatiecentrum. |
Psychosociaal Interventieplan (PSIP)
Een collectieve noodsituatie kan ernstige, psychosociale schade berokkenen aan een groot aantal personen. Hierdoor kan er nood zijn aan adequate hulp voor directe betrokkenen en hun naasten. Om deze nood op te vangen werkt naast de federaal gezondheidsinspecteur (FGI), een psychosociaal manager (PSM). De acties binnen psychosociale hulp zijn gericht op het stimuleren van de veerkracht van getroffenen en richt zich zowel op de rechtstreekse als onrechtstreekse getroffenen van de noodsituatie. De federale overheid is bevoegd voor de psychosociale hulp in de acute fase. De psychosociale hulp in de nafase is een opdracht voor de gemeenschappen.
De volgende basisopdrachten van een psychosociaal manager behoren tot de acute fase van een noodsituatie:
|
Bijvoorbeeld: bij een brand in een woonzorgcentrum heeft de familie nood aan informatie over hun familielid. De betrokken PSM organiseert in een nabije sporthal een informatiepunt. |
Meer weten over PSIP?
www.health.belgium.be
Plan Risico’s en Manifestaties (PRIMA)
Wanneer een grootschalige activiteit wordt georganiseerd, kan het nodig zijn om preventief een medische hulppost te voorzien. Via de vragenlijst PRIMA (plan Risico’s en Manifestaties) geven de federale gezondheidsinspecteurs een advies gebaseerd op een risicoanalyse. De bevoegde autoriteit (de betrokken burgemeester of gouverneur) ontvangt een advies over de nodige medische middelen.
Dringende internationale hulpverlening
Wanneer zich in het buitenland een ramp of calamiteit voordoet, is het één van de taken van de FOD Volksgezondheid om hulp en bijstand te verlenen aan het getroffen land, als dat land daar officieel om vraagt. Hieronder lichten we twee projecten uit die de recente internationale activiteiten illustreren.
Belgian First Aid and Support Team
Het Belgian First Aid and Support Team (B-FAST) is een federale, interdepartementale structuur die de inzet van Belgische noodhulp in het buitenland organiseert.
De FOD Volksgezondheid, die in het kader van B-FAST samenwerkt met het Ministerie van Defensie, de FOD Binnenlandse Zaken en de FOD Buitenlandse Zaken, is verantwoordelijk voor de operationele handhaving van de volgende modules:
- Een waterzuiveringsmodule voor de opslag en verdeling van gezuiverd water.
- Er zal een type 2 medisch noodhulpteam worden opgenomen in de civiele beschermingspool van de Europese Unie als noodinterventiecapaciteit. Dit team wordt onderdeel van het Emergency Medical Team (EMT), een netwerk van gekwalificeerde, getrainde en voorbereide medische teams die direct kunnen ingrijpen bij noodgevallen.
- Als onderdeel van het “rescEU EMT”-consortium zal er ook een reactieteam voor brandwondenslachtoffers en een gespecialiseerde eenheid voor moeders en kinderen worden opgezet.
- De FOD Volksgezondheid biedt ook medische ondersteuning aan alle teamleden tijdens B-FAST missies.
B-Fast in actie
De laatste grote medische missie van B-FAST was de missie na de aardbeving in Turkije in 2023. Samen met Frankrijk, Spanje en Italië stuurde België een team van 207 vrijwilligers en medische apparatuur om een EMT-2 veldhospitaal en een waterzuiveringsinstallatie op te zetten.
Dankzij het werk van deze vrijwilligers kon het veldhospitaal van 16 februari tot 6 maart 2023, 24 uur per dag en 7 dagen per week open blijven. Het veldhospitaal omvatte een spoeddienst, algemene raadplegingen, een röntgenafdeling, een apotheek en een operatiekamer en kon maar liefst 2.389 volwassenen en 1.114 kinderen helpen, waaronder 400 kinderen jonger dan 5 jaar.
Ondanks de hulp van B-FAST waren de levensomstandigheden bijzonder moeilijk voor de getroffen bevolking. In totaal verbleven 491 van de 3.503 patiënten in tijdelijke opvangstructuren. 2.295 patiënten woonden in tenten en 63 sliepen op straat. Veel van deze patiënten hadden geen toegang tot drinkwater, voedsel of sanitair.
B-FAST registreert de meest voorkomende klachten en deelt ze met de internationale gemeenschap om toekomstige interventies beter voor te bereiden. In Turkije zijn de meest voorkomende ziektebeelden ademhalingsproblemen en griepsymptomen, trauma met wonden en breuken, maag-darmproblemen, huidproblemen en pijn. Deze ziektebeelden worden na bijna alle soorten rampen waargenomen.
Deze initiatieven zouden niet mogelijk zijn geweest zonder onze vrijwilligers. Op dit moment zijn dat 670 beroepsbeoefenaars, waaronder medische specialisten, logistieke medewerkers, waterzuiveringsdeskundigen en technici.
Meer weten?
https://www.health.belgium.be/nl/b-fast
RescEU: 5 miljoen euro aan medische hulp voor Oekraïne
In maart 2022 richtten de Europese Commissie en de FOD Volksgezondheid in België een platform op om geneesmiddelen en medisch materiaal, geschonken door privébedrijven, efficiënt te transporteren naar Oekraïne. Dit partnerschap, dat is opgezet als onderdeel van het RescEU-programma van de Europese Commissie, zou aanvankelijk zes maanden duren. Maar omdat de behoefte aan medische noodvoorraden in Oekraïne bleef bestaan en het platform donaties bleef ontvangen, werd het project verlengd. Aanvankelijk werd het project met zes maanden verlengd, daarna met een jaar. Het partnerschap met de Europese Commissie kwam op een cruciaal moment, toen de noodsituatie in Oekraïne een gezamenlijke en gecoördineerde reactie vereiste. Deze kritieke fase van de operatie werd in februari 2024 afgesloten, waarmee een einde kwam aan het door de EU gefinancierde project dat de levering van medische hulp aan Oekraïne mogelijk maakte. Dit partnerschap met de EU wordt voortgezet, en de FOD Volksgezondheid zal klaarstaan om zijn operaties op te schalen indien nodig. België zal Oekraïne blijven steunen met eigen hulp en giften van derden zullen geval per geval worden beoordeeld. De Europese Commissie zal particuliere donaties aan Oekraïne blijven doorsluizen via haar platform in Polen. |
|
“In de afgelopen twee jaar zijn donaties , verdeeld over meer dan 600 paletten, ter waarde van meer dan €5 miljoen vervoerd.”
|
Meer weten?
https://civil-protection-humanitarian-aid.ec.europa.eu
[1]Bron: Nationaal crisiscentrum (s.d.) Organisatie in een noodsituatie https://crisiscentrum.be/nl/wat-doen-overheden/crisisbeheer/organisatie-een-noodsituatie
[2]De structuur van het MIP is bepaald in een ministeriële omzendbrief.
[3]Dit is een tijdelijke functie binnen het MIP die wordt uitgevoerd door een arts die verantwoordelijk is voor het operationele beheer van alle medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening op het terrein. Deze arts werkt onder het administratief gezag van de federaal gezondheidsinspecteur