Select your language

Andere informatie en diensten van de overheid : www.belgium.be  belgium

De begeleiding van de beoefenaars van een gezondheidszorgberoep begint nog voor hun opleiding aangevat wordt.

Deze begeleiding behelst de monitoring en de planning van het medisch aanbod. Het algemene idee is ervoor te zorgen dat aan de gezondheidsbehoeften van de bevolking wordt voldaan door zowel een teveel als een tekort aan beroepsbeoefenaars in een bepaald domein te voorkomen.

Wat is planning?

De planning van het aantal beoefenaars van een gezondheidszorgberoep is van essentieel belang om de gezondheid van de bevolking te waarborgen, met als doel:

  • Vraag en aanbod van zorg op elkaar af te stemmen
  • Tekorten te vermijden
  • Te anticiperen op een te groot aanbod

Dit alles is noodzakelijk om de kwaliteit van de zorg, het welzijn van onze beroepsbeoefenaars, de budgettaire houdbaarheid en de doeltreffendheid van de ziekteverzekering te garanderen. Daartoe werd in 1996 de Planningscommissie van het medisch aanbod opgericht. Deze commissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van universiteiten, ziekenfondsen (Intermutualistisch College), de beroepen in de gezondheidszorg (beroepsorganisaties), de bevoegde ministers, de Gemeenschappen, het RIZIV en de FOD VVVL.

Vandaag is de informatie waarover de planningscommissie beschikt complex. De gegevens zijn afkomstig van verschillende databanken en worden geanonimiseerd en geanalyseerd om een zo gedetailleerd en realistisch mogelijk beeld te geven van de activiteit van gezondheidswerkers in België.

Aanvankelijk was de planning beperkt tot het beroep van arts en tandarts. Vandaag heeft de planning betrekking op een steeds groter aantal beroepsbeoefenaars. Net als de behoeften van de bevolking is planning een dynamisch proces dat nog voortdurend wordt verbeterd.

Meer informatie over de Planningscommissie van het medisch aanbod: overlegorganen.gezondheid.belgie.be

Fasen van de planning

Onderstaande figuur geeft een overzicht van de verschillende fasen die de Planningscommissie voor elk beroep heeft gevolgd, vanaf de opmaak van het PLANCAD tot de redactie van de adviezen.

FASEN VAN DE PLANNING

BESCHRIJVING VAN DE ACTIVITEIT VAN EEN BEROEP OP DE BELGISCHE ARBEIDSMARKT

Hoewel het kadaster zeer nuttig is voor de Planningscommissie omdat het een overzicht geeft van alle personen die een vergunning voor een beroepsactiviteit hebben aangevraagd, volstaat het niet om de taken van de commissie uit te voeren.

Deze databank maakt het niet mogelijk om het aandeel van erkende personen te kennen die effectief actief zijn, in welke mate die activiteit wordt uitgeoefend, in welke sectoren alsook in welke geografische zone.

De Planningscommissie van het medisch aanbod moet echter beschikken over informatie over de activiteit van de beoefenaars van een gezondheidszorgberoep en hun activiteitsniveau om die beroepsbevolking nauwkeurig te kunnen monitoren, om prognoses over de evolutie ervan uit te werken en om het aanbod van beroepsbeoefenaars te plannen, door de contingentering van artsen en tandartsen te bepalen. Om die reden voorziet artikel 99 van de wet van 10 mei 2015 in de mogelijkheid om de gegevens van het kadaster te koppelen aan een reeks andere databanken.

Het project "PlanCad", dat op deze basis is opgezet, koppelt gegevens uit verschillende bronnen met als doel het e-CAD te vervolledigen. Tot deze bronnen behoren meer bepaald:

  • het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV)
  • de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) voor de gegevens betreffende de werknemers,
  • het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) voor de gegevens betreffende de zelfstandigen.

De identificatie van personen wordt onmogelijk gemaakt door de gegevens te anonimiseren. Dankzij deze koppeling kunnen er relevante antwoorden worden gegeven op de vragen over de beroepsbevolking in de beroepen.

Bijvoorbeeld:

  • Wat is het aantal actieve personen binnen een beroepscategorie in België?
  • Hoe ziet de leeftijdspiramide van de beroepscategorie eruit?
  • Wat is de arbeidsduur onder het statuut van werknemer of in vrije uitoefening van het beroep (onder het statuut van zelfstandige) van de zorgverleners?
  • Hoe zijn deze personen verspreid tussen de verschillende deelsectoren van de gezondheidszorg?
  • Wat is het respectievelijke aandeel van voltijds en van deeltijds werk?
  • Wat is de spreiding volgens het arrondissement van de woonplaats?
  • Hoe evolueerde de beroepsgroep tussen de onderzochte jaren?

De gebruikte gegevens hebben betrekking op meerdere jaren. Dit maakt het mogelijk evoluties te zien en trends op te merken in de prognoses voor de toekomstige ontwikkeling van de beroepsbevolking.

BASISSCENARIO

Bij de planning van de beroepen in de gezondheidszorg wordt gekeken naar de beschikbare gegevens om een 'prognose' in cijfers op te stellen. Voor elk beroep worden verschillende scenario's van ontwikkeling van de beroepsbevolking uitgewerkt.

Het model van prognose van de beroepsbevolking is het werkinstrument waarop de prognoses zijn gebaseerd. Het gaat om een instrument van het type 'stock and flow'. Het gaat uit van het principe dat er, voor elk gezondheidszorgberoep, een vraag en een aanbod bestaat.

De vraag wordt ingevuld door de populatie die nood heeft aan gezondheidszorg. Het aanbod wordt bepaald door de personen die in de gezondheidszorg het beroep in kwestie uitoefenen.

Het projectiemodel omvat vele parameters en houdt rekening met de internationale mobiliteit, zowel bij het begin van de studies als bij de aanvang van de specialisaties en van de beroepspraktijk. De scenario's anticiperen op de actieve beroepsbevolking in België, in een Europese en internationale context geplaatst.

Op basis van de huidige situatie van een specifieke groep van beroepsbeoefenaars en verschillende veronderstellingen over de toekomstige evolutie worden meerdere scenario's van evolutie van de beroepsbevolking uitgewerkt.

In het basisscenario worden de waargenomen historische tendensen als uitgangspunt gebruikt. Er worden projecties uitgewerkt van de evolutie van het aantal actieve beroepsbeoefenaars "bij ongewijzigde omstandigheden en beleid". Bij deze voorspellingen is rekening gehouden met de stock aan actieven, waarvan de uitstroom (overlijdens, pensioneringen) wordt afgetrokken en de nieuw gediplomeerden in België, net als de instroom van beoefenaars die in het buitenland zijn gediplomeerd, worden toegevoegd.

De evolutie van de zorgvraag wordt ingeschat op basis van het aantal individuen, de bevolkingsstructuur per leeftijd en per geslacht, en de zorgconsumptie.

ALTERNATIEVE SCENARIO’S

Vervolgens worden er alternatieve scenario's uitgewerkt. De parameters van het basismodel worden aangepast aan een aantal hypotheses over de toekomstige evolutie: de beroepsbevolking, de context, de activiteit, de vraag naar zorg, enzovoort. Die hypotheses worden ontwikkeld door de verschillende werkgroepen van de Planningscommissie.

ADVIES AAN DE FEDERALE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID

Eens de toekomstscenario's zijn uitgewerkt, stelt de Planningscommissie een advies op. Dit advies beschrijft de evolutie van het beroep, de verhouding tussen vraag en aanbod en alle daarmee verband houdende vraagstukken en problemen. Voor beroepen waarvoor een quotum geldt, stelt de commissie ook een advies op waarin het federale quotum wordt vastgesteld. Dit quotum zal worden gebruikt om te bepalen hoeveel artsen en tandartsen opgeleid in België toegang zullen hebben tot een stage om een professionele titel in een specialisme in België te kunnen behalen. Tot op heden geldt een dergelijk quotum alleen voor artsen en tandartsen.

ACTIEVE PERSONEN TEN OPZICHTE VAN ALLE BEROEPSBEOEFENAARS IN DE GEZONDHEIDSZORG DIE HET RECHT HEBBEN HET BEROEP UIT TE OEFENEN

Aan de ene kant hebben we het aantal prestatiegerechtigde beroepsbeoefenaars. Dit is het aantal dat op 31 december 2021 is opgenomen in de jaarlijkse statistieken van prestatiegerechtigde beroepsbeoefenaars. Het cijfer omvat alle beroepsbeoefenaars die in België en daarbuiten gedomicilieerd zijn. Anderzijds hebben we het aantal beroepsbeoefenaars dat daadwerkelijk in de gezondheidszorg werkt.

% AANTAL ACTIEVE PERSONEN TEN OPZICHTE VAN ALLE BEROEPSBEOEFENAARS
IN DE GEZONDHEIDSZORG DIE HET RECHT HEBBEN HET BEROEP UIT TE OEFENEN


Het verschil in percentage dat tussen de twee gemeenschappen wordt waargenomen voor de beroepsbevolking in de gezondheidszorg, wordt voornamelijk verklaard door de grote aanwezigheid van buitenlandse studenten in de Franse gemeenschap.

Deze studenten volgen een opleiding in het Franstalig onderwijs en keren daarna terug om hun beroep uit te oefenen in hun land van herkomst zonder dat de beroepsbevolking in België wordt versterkt. De Franse Gemeenschap heeft een decreet uitgevaardigd om dit aantal te beperken.