Het beroep wordt ruimschoots gedomineerd door vrouwen (99%). In 2019 waren er onder de 8.416 actieve vroedvrouwen slechts 99 mannen.
In 2019 zijn 14.863 beroepsbeoefenaars gemachtigd om het beroep van vroedvrouw uit te oefenen in België. Van hen is 57% actief in de gezondheidszorg (of 8.416 'practising' vroedvrouwen), terwijl 14% actief is buiten de gezondheidszorg, 21% niet werkt op Belgisch grondgebied en 8% gepensioneerd is.
Bijna de helft van de vroedvrouwen die actief zijn in de gezondheidszorg, is jonger dan 35 jaar.
VERDELING VAN VROEDVROUWEN NAAR ACTIVITEIT EN GEMEENSCHAP,2019
VERDELING VAN DE VROEDVROUWEN ACTIEF IN DE GEZONDHEIDSZORG
VOLGENS LEEFTIJD, 2019
2/3 van hen is actief in de Vlaamse Gemeenschap, 1/3 in de Franse Gemeenschap. De meesten zijn actief als werknemers in een ziekenhuis.
De dichtheid van actieve vroedvrouwen in de gezondheidszorg op Belgisch grondgebied is groter in het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dan in het Waals Gewest (respectievelijk 8,1 en 9,7 versus 5,2).
SECTOREN VAN TEWERKSTELLING VAN DE VROEDVROUWEN
ACTIEF IN DE GEZONDHEIDSZORG, 2019
VLAAMSE GEMEENSCHAP |
FRANSE GEMEENSCHAP |
AANTAL VROEDVROUWEN ACTIEF IN DE GEZONDHEIDSZORG PER 10.000
INWONERS VOLGENS ARRONDISSEMENT VAN ACTIVITEIT (31/12/2019)
PROFESSIONEEL STATUUT VAN DE VROEDVROUWEN ACTIEF IN DE
GEZONDHEIDSZORG, 2019
In de projectie van vraag en aanbod inzake vroedvrouwen stellen we vast dat de behoefte aan zorg door vroedvrouwen tegen 2037 naar verwachting stabiel zal blijven, terwijl het aantal in de gezondheidszorg actieve vroedvrouwen tussen 2020 en 2037 naar verwachting met iets meer dan 30% zal toenemen (in termen van personen en voltijdsequivalenten).
GEWICHT VAN ELK SEGMENT VAN DE VROUWELIJKE BEVOLKING IN DE
HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE GEZONDHEIDSZORG VROEDVROUWEN IN
VERBAND MET DE DEMOGRAFISCHE EVOLUTIE[1]
EVOLUTIE VAN HET AANTAL VROEDVROUWEN ACTIEF IN DE
GEZONDHEIDSZORG IN AANTAL INDIVIDUEN EN VOLTIJDSEQUIVALENTEN
VAN 2004 TOT 2019 EN PROGNOSES TOT 2042
[1]Verklaring van de gewogen bevolking: de "bruto" bevolkingsprognoses van het Federaal Planbureau en het Belgische statistiekbureau worden vermenigvuldigd met een consumptiepercentage dat gebaseerd is op de zorgconsumptie "honoraria van vroedvrouwen" door het RIZIV. Het gemiddelde totale bedrag dat in het kader van het RIZIV wordt vergoed, wordt per Gemeenschap berekend en vormt de referentiewaarde 1. Vervolgens wordt de zorgconsumptie van elk segment van de bevolking berekend ten opzichte van deze referentiewaarde.