Invloed COVID-19-pandemie bij oproepen 1733
Telefonische oproepen binnen het kader van de niet-planbare zorg in België worden beantwoord via 2 centrale telefoonnummers. Op oproepen voor dringende geneeskundige hulpverlening via 112 wordt gereageerd door een operator in een noodcentrale. Niet-dringende medische hulpvragen via het nummer 1733 worden beantwoord door een operator in een noodcentrale of doorverbonden naar een wachtpost.
EVOLUTIE DAGELIJKS AANTAL OPROEPEN AAN 1733
Het aantal oproepen aan het nummer 1733 bereikte een ongekend hoogtepunt in het weekend van 14 en 15 maart 2020. De reden van deze piek lag vooral in het feit dat vele burgers dit nummer belden om bijkomende inlichtingen over COVID-19 te verkrijgen en niet zozeer omwille van een medisch probleem. De noodcentrales kenden dat weekend een ongeziene drukte. Er werd alles op alles gezet om alle oproepen te kunnen beantwoorden. Er werd extra personeel ingezet, er werd gezorgd voor ondersteuning door de medische directies en hulplijnen met huisartsen werden voorzien.
Na het weekend van 14 maart 2020 werd er beslist om een doorverwijzing te voorzien naar de 0800-corona- informatielijn bij een oproep aan de noodcentrales. Hierdoor worden de oproepen die aan de noodcentrales worden afgeleverd, gefilterd van oproepen waar men louter informatie over COVID-19 wenst. We stellen vast dat mensen de noodnummers nog lange tijd bleven gebruiken om informatie m.b.t. COVID-19 te verkrijgen met vragen over o.a. vaccinaties, testresultaten,…
Na het piekmoment in maart 2020 observeren we nog enkele stijgingen in het aantal oproepen aan het nummer 1733. Deze momenten vallen vaak samen met een stijging in het aantal besmettingen en met de momenten wanneer er beslissingen door het Overlegcomité werden gemaakt en gecommuniceerd.
Invloed pandemie op de interventietijden van de ziekenwagens
Na het ontvangen van een oproep voor dringende hulpverlening in een 112-centrale, wordt een ziekenwagendienst opgeroepen die de betrokken patiënt op de interventieplaats zal opvangen en naar het ziekenhuis zal vervoeren. Er werd vastgesteld dat – voornamelijk tijdens de eerste COVID-19-golf – de mediaan van de vertrektijd van de ziekenwagen (d.i. de tijd tussen de oproep van de ziekenwagen door de 112-centrale en het vertrek van de ziekenwagen naar de interventieplaats) opmerkelijk verhoogde voor een korte periode[1]. Dit zou kunnen verklaard worden door het feit dat de hulpverlener-ambulanciers vlak voor hun vertrek hun beschermkledij dienen aan te trekken wat meer tijd vroeg omwille van de COVID-19-maatregelen. Naarmate hun ervaring hiermee werd opgebouwd en het aantal COVID-19-besmettingen daalde, verkortte de vertrektijd opnieuw[2]. Na een lichte stijging bij de tweede COVID-19-golf bleef de vertrektijd stabiel.
INVLOED VAN COVID-19 OP VERTREKTIJDEN ZIEKENWAGENS
Daarnaast stellen we vast dat de wekelijkse mediaan voor de duurtijd dat een ziekenwagenequipe aanwezig is op de interventieplaats, een duidelijke stijging kende in de aanloop naar de verschillende COVID-19-golven,[2][3]. Dit kan dan weer verklaard worden door het feit dat omwille van het hoger risico op besmetting en de geldende COVID-19-maatregelen een voorzichtigere aanpak werd gehanteerd in de omgang met patiënten. Dit heeft een impact op de duurtijd van de interventies ter plaatse. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat er tijdens de COVID-19-golven minder niet-essentiële interventies werden uitgevoerd. Bijgevolg zou verondersteld kunnen worden dat er meer interventies voor patiënten met een ernstigere pathologie plaatsvonden wat de stijging van de wekelijkse mediaan zou kunnen verklaren.
INVLOED COVID-19 OP DUURTIJD DAT EEN ZIEKENWAGEN OP INTERVENTIEPLAATS IS
[1]Bron: AMBUREG, Dienst Data- en beleidsinformatie, FOD VVVL (6,48% van de primaire interventies werden niet in rekening genomen omwille van ontbrekende waarden).
[2]Er dient opgemerkt te worden dat de interventies in rekening werden genomen t.e.m. 31/10/2022. Dit leidt ertoe dat in de laatste staaf in de grafiek in plaats van een volledige week slechts enkele dagen (nl. 29/10/2022 – 31/10/2022) werden opgenomen. Verder dient opgemerkt te worden dat er een daling in het aantal interventies in het segment van 30/12/2020 en 31/12/2021 vast te stellen is. Dit is omdat in dit segment slechts één of enkele dagen in rekening genomen werden nl. enerzijds 30/12/2020 en 31/12/2020 én anderzijds 31/12/2021.
[3]Bron: AMBUREG, Dienst Data- en beleidsinformatie, FOD VVVL (23,60% van de primaire interventies werden niet in rekening genomen omwille van ontbrekende waarden).