- Gegevens
De triage- en afnamecentra hebben een tweeledige functie[1]
- De triagefunctie heeft als doel te voorkomen dat spoeddiensten onnodig overstelpt worden én te voorkomen dat te veel - mogelijks besmette - patiënten zich op het spreekuur van de huisarts zouden aanmelden. Door het opzetten van de triagecentra beoogde men op deze manier het risico op de verspreiding van het COVID-19-virus te beperken. De patiënt wordt een eerste maal onderzocht door een arts, die bepaalt of een doorverwijzing naar de spoedgevallendienst noodzakelijk is of dat de patiënt thuis mag uitzieken, eventueel na een COVID-19-test. Deze functie wordt georganiseerd door de huisartsenkringen in nauwe samenwerking met de spoedgevallendiensten en kan onder bepaalde voorwaarden (tijdelijk) stopgezet worden wanneer de behoefte vermindert.
- De afnamefunctie werd aan de centra als tweede functie toegewezen om beter te kunnen voldoen aan de noden en de behoeften van de bevolkingsscreening. Het moet immers mogelijk zijn om de testvraag op te vangen voor elke persoon die voldoet aan de voor het testen gedefinieerde criteria. Dit zijn zowel symptomatische personen als asymptomatische personen die een hoog-risicocontact hadden. Omwille van de versoepeling van de maatregelen betreffende reizen naar het buitenland wordt aan centra gevraagd reizigers te testen.
Er wordt één centrum per 100.000 inwoners opgericht waarbij de medische coördinatie wordt toevertrouwd aan een huisartsenkring (d.i. een vereniging van vertegenwoordigers van huisartsen binnen een specifieke regio). De triagefunctie is gevestigd op één locatie maar de afnamefunctie kan op verschillende locaties worden georganiseerd om de toegankelijkheid van de afnamefunctie en de screening te vergroten.
Naarmate de epidemiologische situatie gunstiger werd, werd het aantal centra afgebouwd. De activiteit in de centra was het hoogst tussen november 2021 en januari 2022. In deze periode waren er ongeveer 100 centra actief, die gemiddeld 29.532 tests per dag uitvoerden. Dit komt overeen met een derde van alle uitgevoerde testen (34%) in deze periode. Tussen juli en oktober 2022 voerden de 33 actieve centra gemiddeld 1.001 tests per dag uit. Dit betreft ongeveer 10% van alle in deze periode uitgevoerde testen.
GEMIDDELD AANTAL AFNAMES PER DAG IN TRIAGE- EN AFNAMECENTRA (INCL. TESTDORPEN)
Bovenstaande grafiek geeft het gemiddeld aantal testafnames per dag in de triage- en afnamecentra en de testdorpen weer. De meeste testen werden afgenomen tijdens golf 4 en golf 5. De reden hiervoor ligt in het feit dat de testcapaciteit op deze momenten maximaal was. Daarnaast was de Omikronvariant – die de overhand nam in golf 5 – erg besmettelijk. Hierdoor werden er meer mensen besmet met COVID-19 en werden er meer testen afgenomen. In tegenstelling tot in andere golven werden op deze momenten geen beperkingen opgelegd wat betreft welke personen getest werden. Zowel symptomatische personen als niet-symptomatische personen met een risicocontact werden systematisch getest. In golf 2 en 3 zien we eveneens een stijging van het aantal afgenomen testen. Daarnaast zien we een stijging in het aantal testafnames in de zomer van 2021 ten gevolge van de testen voor de reizigers. Sinds februari 2022 observeren we een sterke daling van het aantal afgenomen testen in test-centra.
MARKTAANDEEL VAN DE TRIAGE- EN AFNAMECENTRA (INCL. TESTDORPEN)
Bovenstaande grafiek geeft het aandeel van testen in de triage- en afnamecentra weer t.o.v. het totaal aantal testen afgenomen in België. We zien dat dit aandeel varieert tussen 10% en 40%. Het gemiddelde marktaandeel voor de periode 29/7/2020 tot 31/10/2022 bedraagt 26%. Daarnaast stellen we vast dat het aandeel groter is op maandagen, zondagen en feestdagen. Veel mensen wachten immers tot na het weekend om hun dokter te raadplegen en krijgen bijgevolg op maandag een doorverwijzing voor een test. De reden voor een groter marktaandeel op zon- en feestdagen is omdat er op dat moment op andere plaatsen (zoals bv. bij de huisarts en ziekenhuizen) minder of niet getest wordt.
Meer weten over de locatie van de triage- en afnamecentra: doclr - Covid test
Om aan de capaciteit van staalanalyse en testmateriaal te voldoen werd er een federaal platform opgericht naast het traditionele testcircuit, verricht in en door klinische laboratoria. Het federaal platform staat in voor het aanleveren van testmateriaal, het verzamelen en vervoeren van de uitgevoerde testen naar de laboratoria en het doorsturen van de testresultaten. In totaal maakten 63 van de 139 triage- en afnamecentra en alternatieve afnamecentra gebruik van dit platform. De overige centra werken samen met een laboratorium van een ziekenhuis of een privélabo. In dit geval zijn de laboratoria zelf verantwoordelijk voor het aanleveren van testmateriaal, het transport van de uitgevoerde tests en de doorstroom van de resultaten. Een centrum kan overschakelen naar het federaal platform indien het laboratorium de analyse van de testen niet meer binnen de vooropgestelde termijn kan afhandelen of als de vraag naar analyse de capaciteit van het laboratorium overschrijdt. Eenmaal een centrum is overgeschakeld naar het federaal platform blijft deze samenwerking van toepassing zolang de capaciteit van de traditionele circuits wordt overschreden.
Meer weten over de huidige procedure over wanneer je je moet laten testen en waar dit kan gebeuren kan je terugvinden op www.info-coronavirus.be
[1]Bron: Koninklijk besluit van 13 mei 2020 nr. 20 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.
[2] Bron: DG Gezondheidszorg, FOD VVVL (31/10/2022)
- Gegevens
Een schakelzorgcentrum vormde een ‘schakel’ (een tussenstap) tussen het ziekenhuis en opnieuw zelfstandig wonen[1].Deze centra werden opgericht om voldoende capaciteit in de ziekenhuizen te kunnen vrijwaren. Schakelzorgcentra gaven ondersteuning aan patiënten waarbij COVID-19 werd gedetecteerd. De patiënten in deze centra:
- waren voordien opgenomen in het ziekenhuis;
- of werden voordien onderzocht in een triage- en afnamecentrum of een spoedgevallendienst waar beslist werd dat een opname in het ziekenhuis niet noodzakelijk was.
Bij deze patiënten werd echter ofwel vastgesteld dat zij zich bij hun terugkeer naar hun gewone leefsituatie niet konden houden aan de strikte regels van isolering, hygiëne en afstand houden van hoog-risicopersonen. Sommige patiënten hadden nog specifieke zorg nodig. Omwille van deze redenen konden ze opgenomen worden in een schakelzorgcentrum voor een verblijf tot drie weken. Daar konden ze herstellen en kregen ze de nodige verzorging en ondersteuning voor ze weer naar huis keerden.
De schakelzorgcentra werden bemand door (huis)artsen, verpleeg- en zorgkundigen, gefinancierd door het RIZIV. De deelstaten waren verantwoordelijk voor de nodige aanvullende ondersteuning. Daartoe hebben zij samenwerkingsverbanden ontwikkeld met de sociale diensten van de gemeenten of de dienst ‘Maatschappelijk Werk’ van verscheidene ziekenfondsen.
In de periode van 2 april 2020 t.e.m. 30 mei 2021 waren in totaal 18 schakelzorgcentra geopend. Deze 18 structuren ontvingen 605 patiënten (476 in Vlaanderen en 129 in Wallonië). De werking was verschillend qua duur van de opening van de centra alsook qua aantal patiënten. Sommige centra behandelden slechts 4 of 5 patiënten terwijl één structuur 123 patiënten ontving. De activiteit van de centra was geconcentreerd in twee perioden: van april tot mei 2020 en van november 2020 t.e.m. mei 2021.
[1]Bron: Koninklijk besluit van 13/05/2020 nr. 20 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.