- Gegevens
In het kader van het Psychosociaal Interventieplan (PSIP)[1]werd omwille van de COVID-19-pandemie een psychosociaal coördinatiecomité (PSCC) opgericht door de FOD VVVL.
De doelstelling van dit comité is om vertegenwoordigers van alle betrokken diensten en instanties samen te brengen, een gezamenlijke strategie af te spreken en als één team samen te werken om een psychosociaal hulpaanbod op poten de zetten. Via het PSCC wilde men initiatieven afstemmen op elkaar zodat steeds dezelfde boodschap werd gecommuniceerd én de acties in elkaar en niet naast elkaar zouden doorlopen.
De algemene doelstelling was het stimuleren van zelfzorg, zorg voor elkaar en werken aan de veerkracht van zowel het individu als van de maatschappij.
Er werd veel nadruk gelegd op het belang van eenduidige communicatie:
- Er kwam een communicatiecampagne met tips over omgaan met stress zowel voor de algemene bevolking als voor de specifieke groep van zorgverleners;
- Er werd een e-learning gemaakt om psychosociale hulpverleners te ondersteunen;
- De informatie werd gecentraliseerd gecommuniceerd via vaste kanalen om overzicht te bewaren tussen alle initiatieven. Daarom is dé ingangspoort voor informatie over corona en psychosociaal welzijn de website www.info-coronavirus.be. Informatie specifiek voor zorgverleners werd samengebracht op de website van de FOD VVVL.
Meer weten over de organisaties en initiatieven omtrent psychosociaal welzijn in tijden van COVID-19:
www.info-coronavirus.be
[1]Meer informatie omtrent het Psychosociaal Interventieplan kan je terugvinden in de Blikvanger omtrent ‘Dringende, medische en psychosociale hulpverlening’
- Gegevens
Oproepen naar het nummer 112 en 1733[1]waarvoor een medische interventie vereist is, worden door de operatoren van de 112-centrales via de Belgische handleiding voor de medische regulatie behandeld. Deze handleiding biedt een geïntegreerde set van medische protocollen om op uniforme wijze het ernstniveau van de hulpoproepen te bepalen door de operatoren van de noodcentrales en de kwaliteit van de afhandeling te bewaren. Ze biedt richtlijnen aan de medewerkers omtrent welk middel (MUG, PIT, ziekenwagen, wachtpost, huisbezoek of eigen huisarts[2]dient uitgestuurd te worden of welke acties dienen aanbevolen te worden in een specifieke situatie.
In het kader van de gezondheidscrisis is tijdelijk een nieuw protocol uitgewerkt om adequaat te kunnen reageren op oproepen van mensen die mogelijks met COVID-19 zijn besmet. Volgens de stand van de wetenschappelijke kennis over het virus is dit medische protocol meermaals herzien en gecorrigeerd, rekening houdend met de Sciensano-richtlijnen.
De 112-medische directies en/ of adjunct medische directies en de verpleegkundig regulatoren, die deel uitmaken van de dienst Dringende Hulpverlening van de FOD VVVL zijn in de noodcentrales aanwezig om de operatoren te ondersteunen en te adviseren. Tijdens de hele crisis hebben de medische directies de 112-operatoren begeleid in het kader van de opvolging van de evolutie van de COVID-19-protocollen om een efficiënte en effectieve behandeling van de hulpoproepen in verband met het coronavirus te garanderen.
Meer informatie over de Belgische handleiding voor de medische regulatie: www.health.belgium.be
[1] 1733 is een centraal telefoonnummer in België om bij niet-dringende medische hulp een huisarts van wacht te bereiken (zie ook hoofdstuk ‘Zorgactiviteit’)
[2] Zie ‘Blikvanger Dringende, medische en psychosociale hulpverlening’ voor meer informatie over de werking van de verschillende middelen.
- Gegevens
Het verpleegkundig personeel en andere gezondheidszorgprofessionelen werken sinds de start van de COVID-19-pandemie onder grote druk. Er heerste een risico dat er een personeelstekort zou ontstaan voor het toedienen van verpleegkundige zorgen omwille van de blijvende toestroom van COVID-19-patiënten.
Daarom werd beslist dat bepaalde verpleegkundige activiteiten zouden kunnen uitgevoerd worden door personen die hier wettelijk niet voor bevoegd zijn bv. studenten, tandartsen, vroedvrouwen, ... Het betreft een uitzonderlijke en tijdelijke maatregel tijdens de COVID-19-pandemie. Deze activiteiten kunnen slechts onder strikte, wettelijke voorwaarden uitgevoerd worden[1]. De activiteiten kunnen bijvoorbeeld enkel onder toezicht van een coördinerende verpleegkundige plaatsvinden, een opleiding diende gevolgd te worden, … Op deze manier werd de continuïteit, de kwaliteit en de veiligheid van de verpleegkundige zorgen zoveel als mogelijk gegarandeerd.
Sommige uitzonderlijke maatregelen werden door de wet van december 2021[2] verlengd tot 1 juli 2022 waarbij de maatregelen werden beperkt tot voorwaarden voor specifieke prestaties (o.a. het testen van patiënten en het toedienen van vaccinaties).
[1] Wet van 4/11/2020 inzake verschillende sociale maatregelen ingevolge de COVID-19-pandemie
[2]Wet van 23 december 2021 tot wijziging van de wet van 4 november 2020 inzake verschillende sociale maatregelen ingevolge de COVID-19-pandemie
- Gegevens
Er werd een wet[1]aangepast waarbij nieuwe handelingen worden geformuleerd die apothekers in een publieke apotheek mogen uitvoeren. In deze wet worden de voorwaarden en strikte modaliteiten geformuleerd waarbinnen de handelingen kunnen uitgevoerd worden zoals het volgen van een opleiding.
De apothekers zijn sindsdien gemachtigd om een COVID-19-vaccin voor te schrijven en toe te dienen. Het vaccin mag echter enkel voorgeschreven worden indien het onmiddellijk wordt toegediend in de apotheek. Apothekers zijn bovendien ook geautoriseerd om adrenaline voor te schrijven en om dit onderhuids of intramusculair toe te dienen in het geval dat een patiënt na het toedienen van het vaccin een anafylactische schok zou krijgen.
Verder zijn apothekers sinds midden juli 2021 tijdelijk gemachtigd om een staalafname om een snelle antigeentest uit te voeren en om de resultaten hiervan te communiceren aan de bevoegde organisatie. Dit enkel bij personen vanaf 6 jaar die geen COVID-19-symptomen vertonen en die een COVID-19-certificaat nodig hebben voor een reis of evenement. Sinds 1 november 2021 kunnen apothekers ook testen uitvoeren voor uit een rode zone terugkerende reizigers en voor mensen die COVID-19-symptomen vertonen. Farmaceutisch-technische assistenten mogen eveneens deze handelingen uitvoeren onder de verantwoordelijkheid en toezicht van een apotheker.
In onderstaande grafiek kan men het aantal testen terugvinden die werden afgenomen door apothekers. Hier zagen we een verhoogde activiteit van november 2021 t.e.m. begin februari 2022.
AANTAL AFGENOMEN TESTEN BIJ APOTHEKERS
[1]Gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen
- Gegevens
Bij elke nieuwe COVID-19-golf steeg de nood om voldoende testcapaciteit te voorzien om tijdig de nodige maatregelen te kunnen nemen. Omwille van deze reden werd beslist om uitzonderlijk personen te machtigen om testen uit te voeren om een diagnose van COVID-19 te kunnen stellen.[1]Dit kan opnieuw slechts onder strikte voorwaarden. De personen in kwestie dienen o.a. de houder te zijn van een specifiek diploma en dienen een bijkomende opleiding te volgen. Verder dienen o.m. de handelingen toevertrouwd te worden door een arts of een apotheker gespecialiseerd in klinische biologie en dienen deze onder zijn supervisie uitgevoerd te worden.
Deze maatregel laat toe om meer personen tewerk te stellen in de laboratoria. Op deze manier kan tegemoet worden gekomen aan de hoge, uitzonderlijke nood aan analyses gedurende de COVID-19-pandemie.
[1] Koninklijk besluit van 21 september 2021 waarbij aan personen die wettig niet bevoegd zijn de geneeskunde te beoefenen, in het kader van de coronavirus COVID-19 epidemie, toelating wordt verleend om bepaalde laboratoriumonderzoeken te verrichten
- Gegevens
Context
De strijd tegen de COVID-19-pandemie heeft de noodzaak aangetoond om de samenwerking tussen de ziekenhuizen, residentiële instellingen en gezondheidszorgbeoefenaars in de eerstelijnszorg te versterken
In maart 2021 lanceerde de FOD VVVL hiertoe een oproep waarbij algemene en universitaire ziekenhuizen werden uitgenodigd om deel te nemen aan een pilootproject “Hospital Outbreak Support Team (HOST)” met als doel om enerzijds het beheer van epidemieën en clusteruitbraken te verbeteren, en anderzijds hygiëneteams en managementgroepen voor antibioticatherapie te ondersteunen bij infectiepreventie en -bestrijding en antimicrobieel beheer.
In 2021 werden reeds 21 pilootprojecten met multidisciplinaire HOST-teams opgericht. In 2022 werden nog 3 nieuwe pilootprojecten opgestart waardoor het volledige Belgische ziekenhuislandschap omvat wordt.
VERDELING VAN DE HOST-TEAMS PER GEWEST
Verwezenlijkingen in het eerste jaar van het pilootproject
Het eerste jaar van de pilootproject was gericht op:
- Coördinatie tussen de betrokken ziekenhuizen concretiseren via samenwerkingsprotocollen;
- De oprichting van een multidisciplinair HOST-team dat voldoet aan de minimale samenstellingscriteria[1];
- De oprichting van een telefonische hotline die bereikbaar is voor zowel ziekenhuizen als andere woonzorgstructuren.
Ondanks de moeilijke opstart omwille van de drukte gedurende de COVID-19-pandemie, behaalden de meeste deelnemende netwerken bovenstaande doelstellingen. Iedereen gaf aan reeds een samenwerkingsovereenkomst te hebben opgesteld en bij twee op drie projecten werd deze reeds ondertekend door alle deelnemende ziekenhuizen.
AANWEZIGHEID SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
Wat de oprichting van een HOST-team betreft, gaven alle deelnemende netwerken aan dat ze erin geslaagd waren een team samen te stellen: bij 16 netwerken werd voldaan aan de minimumvereisten hiervoor en bij 8 netwerken werden aanvullende vereisten vervuld. In 2021 werd 35% van de gezochte profielen gerekruteerd. De andere profielen werden ingevuld door personen die reeds werkzaam waren binnen het ziekenhuisnetwerk.
PERCENTAGE AANWERVINGEN
De meerderheid van de HOST-teams verklaarde dat ze een permanente telefoonlijn hebben opgezet. Er zijn momenteel echter nog besprekingen gaande tussen de federale autoriteiten en de gefedereerde entiteiten om de rol en de reikwijdte van deze permanentie te verduidelijken. Hierbij worden enerzijds ieders bevoegdheden gerespecteerd en anderzijds wordt getracht een aanbod te bieden dat beantwoordt aan de noden van de verschillende regio’s en woonzorgstructuren.
AANWEZIGHEID PERMANENTE TELEFOONLIJN
Samenwerkingen en uitwisselingen
Een belangrijk element in het succes van dit pilootproject ligt in de communicatie tussen de actoren in het werkveld, in het ziekenhuisbeheer en in de regionale en federale overheden. Door de pandemie was het tijdens het eerste jaar van het project onmogelijk voor de verschillende actoren om elkaar te ontmoeten. Omwille van deze reden werden er individuele intervisies opgezet door het Belgische Commissie voor de Coördinatie van het Antibioticabeleid (BAPCOC)-coördinatieteam waar de HOST-teams werden ondersteund. Dit initiatief heeft geleid tot de publicatie van een webpagina met veelgestelde vragen.
Verder werden dialoogmomenten georganiseerd tussen het BAPCOC-team en de verschillende regio’s om hun specifieke rollen en taken te definiëren. In het bijzonder werd hier de complementariteit tussen de OST- en HOST-teams bepaald. De regionale overheden namen eveneens contact op met de nieuw opgerichte HOST-teams om samen te brainstormen over de beste samenwerkingsconfiguratie die voldoet aan specifieke lokale behoeften.
Meer weten: BAPCOC-pagina gewijd aan het project
[1] Een projectmanager (0,5 FTE), een HOST-coördinator (1 FTE), een verpleegkundige (1 FTE), een ziekenhuisapotheker (0,5 FTE).