De algemene ziekenhuizen kunnen in 3 soorten worden onderverdeeld[1]:
|
De ‘klassieke’ algemene ziekenhuizen
Dit zijn ziekenhuizen die zowel overdag als ‘s nachts patiënten ontvangen voor gespecialiseerde, medische hulp. Om te voldoen aan de notie van basisziekenhuis moet een ziekenhuis minstens 150 erkende bedden hebben met een dienst voor chirurgische activiteiten en inwendige geneeskunde aangevuld met minstens één andere discipline zoals geriatrie, materniteit, pediatrie, neuropsychiatrie of revalidatie. Verder moeten ze beschikken over de functie anesthesiologie, radiologie, basisactiviteiten van klinische biologie, revalidatie, basisactiviteit van ziekenhuisapotheek en palliatieve zorg en moet er permanent een arts aanwezig zijn.
Een uitzondering wordt gemaakt voor atypische ziekenhuizen zoals ziekenhuizen die zich enkel richten op de zorg voor ouderen (ziekenhuizen met een geïsoleerde G-dienst) of ziekenhuizen die enkel gericht zijn op revalidatie. Deze zijn sinds de zesde staatshervorming geen bevoegdheid van de federale overheid met uitzondering van het ziekenhuis Foyer Horizon dat enkel over een gespecialiseerde palliatieve bedden beschikt. Dit type organisatie blijft onder federale bevoegdheid.
|
|
De algemene, universitaire ziekenhuizen
De algemene, universitaire ziekenhuizen bieden minstens dezelfde diensten aan als de klassieke, algemene ziekenhuizen, maar vangen daarboven ook patiënten op die een zeer gespecialiseerde behandeling vereisen. Verder heeft een universitair ziekenhuis ook de opdracht om zorgverleners op te leiden, aan wetenschappelijk onderzoek te doen en nieuwe technologieën te ontwikkelen. Ze zijn verbonden aan een universiteit met een faculteit geneeskunde die een volledig curriculum aanbiedt.
|
|
De algemene ziekenhuizen met universitair karakter
Dit zijn algemene ziekenhuizen met een aantal universitaire bedden hebben, die verbonden zijn aan een universiteit.
|
Van de 103 Belgische ziekenhuizen is 30% openbaar op 01/01/2023, dat wil zeggen dat ze worden beheerd door een overheidsinstantie (gemeente, intercommunale, provincie, gewest, enz.), en is 70% privé en georganiseerd als vzw. Deze laatste categorie betreft historisch gezien uitvloeisels van religieuze ordes, mutualiteiten, vrije universiteiten of vroegere bedrijfsziekenhuizen. Omdat heel veel ziekenhuizen de afgelopen decennia zijn gefusioneerd, dragen echter heel wat instellingen nu een erfenis uit zowel de overheids- als de privésector. De wet op de ziekenhuizen maakt geen onderscheid tussen de overheids- en de privésector. De financiering door de overheid is bijgevolg identiek.
[1] Dit rapport zoomt in op de algemene ziekenhuizen onder federale bevoegdheid. Het laat de psychiatrische ziekenhuizen (die uitsluitend zorg verlenen aan mensen met psychische stoornissen) buiten beschouwing.