- Gegevens
Zoals hierboven gezien, vervullen overlegorganen een essentiële rol. Op basis van hun advies wordt de opleiding van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg gewijzigd en aangepast aan de wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, maar ook aan de behoeften van de bevolking.
Op basis van het advies van de raden is het bijvoorbeeld mogelijk om de competenties van bepaalde beroepen uit te breiden wanneer zij dat nodig achten. Dit gaat soms gepaard met de verlenging van de duur van de opleiding.
Een kwaliteitscontrole kan ook worden verricht door te voorzien in een verplichting van permanente vorming gedurende de volledige loopbaan van de beroepsbeoefenaars, zodat zij hun kennis regelmatig bijspijkeren. De geneeskunde en de gezondheidszorg evolueren voortdurend en het is dus belangrijk dat de verstrekte zorg dienovereenkomstig mee evolueert.
De overlegorganen kunnen zich dus uitspreken over een groot aantal onderwerpen in verband met de kwaliteit van de zorg of de kwaliteit van de opleiding. Onder de personen die in deze organen zetelen, is er een groot aantal beroepsbeoefenaars die, naast hun mandaat, ook hun beroep dag in dag uit beoefenen. Zij zijn dus beter dan wie ook in staat om te beoordelen welke wijzigingen noodzakelijk zijn om het hoogst mogelijke kwaliteitsniveau te handhaven.
- Gegevens
Een andere waarborg voor de kwaliteit van de verstrekte zorg is de wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg (hierna "Kwaliteitswet" genoemd).
De uitwerking ervan is nog steeds aan de gang. Dit houdt in dat verschillende projecten moeten worden gerealiseerd om deze wet concreet uit te voeren. Tot deze projecten behoren onder meer:
Federale Controlecommissie |
|
|
Register der Praktijken |
|
|
Portfolio
|
|
|
Elektronisch patiëntendossier |
|
|
Samenwerkingsakkoorden voor huisartsen-wachtposten |
|
[1]Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt
- Gegevens
Gezondheidsinspecteurs
De gezondheidsinspecteur heeft altijd een sleutelrol gespeeld bij het toezicht op de geschiktheid van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en de kwaliteit van de praktijk. Deze functie bestaat al sinds de inwerkingtreding van de Gezondheidswet van 1 september 1945.
Sinds 1 juni 2019 houden twee inspecteurs, een Franstalige en een Nederlandstalige, zich voltijds bezig met het toezicht op beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en de bescherming van de volksgezondheid. Ze worden "artsen-inspecteurs van de gezondheidszorgberoepen" genoemd.
Daarnaast zijn er nog andere soorten gezondheidsinspecteurs. Sommigen zijn bevoegd om in te grijpen bij besmettelijke ziekten en infecties, terwijl anderen zich voltijds met dringende, medische hulpverlening bezighouden.
Federale Controlecommissie
De medische commissies zijn een oude instelling; ze dateren van vóór de stichting van de Belgische staat. Met de evolutie van de wetgeving, inzonderheid de inwerkingtreding van het Koninklijk Besluit nr. 78 (1967), hebben zij geleidelijk hun bevoegdheid verloren op het vlak van de erkenning van de beroepsbeoefenaars en de erkenning van uit het buitenland afkomstige beroepsbeoefenaars.
De commissies bleven echter bevoegd voor de controle op de lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en op de bescherming van de volksgezondheid. Zij hadden onder meer de volgende opdrachten:
- Het visum van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg intrekken of tijdelijk beperken wanneer wordt vastgesteld dat de voortzetting van de beroepsuitoefening door de betrokkene doet vrezen voor ernstige gevolgen voor de patiënten of de volksgezondheid
- Bijdragen tot de volksgezondheid en quarantaine- of besmettelijke ziekten voorkomen of bestrijden
- Ervoor zorgen dat de beroepen in de gezondheidszorg worden uitgeoefend in overeenstemming met de wet- en regelgeving
- Onderzoek naar en melding bij het parket van gevallen van illegale uitoefening van gezondheidszorgberoepen
- Het visum intrekken of beperken van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg die lichamelijk of geestelijk niet meer in staat is zijn of haar beroep zonder gevaar uit te oefenen
- …
De kwaliteitswet heeft de organisatie van deze entiteiten gemoderniseerd. De medische commissies worden vervangen door één enkele, gecentraliseerde Federale Controlecommissie die is georganiseerd in taalkamers. Net als de medische commissies is zij belast met de controle van de lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de beroepsbeoefenaars.
Naast de taken die van de vroegere medische commissies zijn overgenomen, zijn er nieuwe verantwoordelijkheden bijgekomen.
Het gaat onder andere om:
- het toezicht op de naleving van de kwaliteitscriteria voor de beroepsuitoefening in de gezondheidszorg
- de bevoegdheid om beroepsbeoefenaars die een gevaar vormen voor de patiënten of de volksgezondheid tijdelijk uit de praktijk te weren
De Federale Controlecommissie bestaat uit één of meer Franstalige en één of meer Nederlandstalige kamers. Deze taalkamers nemen de nodige beslissingen in het kader van de eisen van de kwaliteitswet op basis van dossiers of gegevens.
Desgevallend onderzoeken de artsen-inspecteurs deze dossiers. Hiervoor zijn hun onderzoeksbevoegdheden versterkt. Daarnaast kunnen er ook controles worden uitgevoerd door inspecteurs van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en door de dienst controle en evaluatie van het RIZIV. Ook de minister van Volksgezondheid heeft de bevoegdheid om feiten te onderzoeken.
Al deze maatregelen zijn genomen om de volksgezondheid te beschermen. Wanneer een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg om lichamelijke of geestelijke redenen niet langer in staat is zijn of haar beroep uit te oefenen, is het absoluut noodzakelijk dat kan worden nagegaan in hoeverre zijn of haar activiteiten moeten worden beperkt of verboden om de veiligheid van de patiënten te waarborgen. Anderzijds, wanneer de uitoefening van zijn of haar beroep door een gezondheidswerker niet langer aan de kwaliteitsnormen voldoet, is het noodzakelijk om voor hem of haar een verbeteringstraject uit te stippelen.
Sommige maatregelen van de kwaliteitswet zijn al in voege, andere zijn nog in uitvoering. Op lange termijn wordt gestreefd naar een moderner, transparanter en doeltreffender controlebeleid dan voorheen, in overleg en samenwerking met alle belanghebbenden in de gezondheidszorg.
AANTAL DOSSIERS BEHANDELD DOOR DE FEDERALE COMMISSIE IN 2020
KAMER NL |
KAMER FR |
Bovenstaande grafieken tonen het aantal dossiers dat in 2020 door de twee kamers van de Federale Commissie werd behandeld en de verdeling van deze dossiers per gewest. Deze cijfers variëren van jaar tot jaar, afhankelijk van verschillende factoren. In hun verslagen kunnen de kamers ook andere relevante gegevens opnemen, zoals:
- Het aantal dossiers per beroep
- Het aantal sancties
- Het type dossiers (beoordeling van de fysieke of psychologische geschiktheid, illegale uitoefening enz.)
- Dossiers op basis van het bestaande risico voor de patiënt of de volksgezondheid
- etc.
- Gegevens
Artsen-specialisten
Na het voltooien van de medische basisopleiding kan de nieuwe beroepsbeoefenaar een aanvullende theoretische en praktische opleiding volgen om een erkenning voor een bepaalde specialisatie te behalen. In de praktijk wordt het theoretisch gedeelte aan de universiteit gegeven.
De praktische opleiding wordt gegeven bij stagemeesters die erkend zijn door de FOD Volksgezondheid (zie supra het deel betreffende de erkenning van de stagemeester). Afhankelijk van de specialisatie kan deze aanvullende opleiding 3 tot 6 jaar duren, waarna de arts-specialist in opleiding een aanvraag tot erkenning in de gewenste specialisatie kan indienen (bv. orthopedische chirurgie ...). Na deze specialisatie kan de arts-specialist een verdere opleiding volgen om een aanvullende kwalificatie te verwerven, zoals intensive care of klinische hematologie.
De artsen-specialisten in opleiding worden "ASO" genoemd.
FINANCIERING VAN DE PRAKTISCHE OPLEIDING
Sinds het sluiten van een collectieve overeenkomst in mei 2021 krijgen alle ASO dezelfde minimale basisvergoeding in de Belgische ziekenhuizen. De financiering van hun loon wordt als volgt geregeld:
- door ontvangst van de honoraria die ze genereren door prestaties te leveren;
- door de financiering die aan de ziekenhuizen wordt toegekend in het kader van de begroting van de financiële middelen.
Bovendien krijgt ook de stagemeester, via het RIZIV, een vergoeding voor de pedagogische component van de opleiding.
Voor meer informatie over de vergoeding: www.health.belgium.be
KWALITEIT VAN DE PRAKTISCHE OPLEIDING
Het project betreffende de kwaliteit van de opleiding van de ASO verloopt in meerdere fasen. Het uiteindelijke doel bestaat erin de kwaliteit van de stages te verbeteren, met name door de invoering van een nieuw systeem voor toezicht op de kwaliteit van de stages.
ANALYSE VAN HET KWALITEITSSYSTEEM IN VERSCHILLENDE LANDEN
Het Federaal Expertisecentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft in 2010 een rapport gepubliceerd met als titel "Kwaliteitscriteria voor stageplaatsen van kandidaat-huisartsen en kandidaat-specialisten". In dit verslag wordt het kwaliteitssysteem van de stageplaatsen in België vergeleken met dat van Frankrijk, Canada, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland en Nederland.
Om de sinds 2010 doorgevoerde vernieuwingen te integreren, heeft het projectteam voor de evaluatie en verbetering van de kwaliteit van stages een soortgelijke oefening gemaakt om de kwaliteitssystemen van deze verschillende landen te vergelijken.
De conclusie luidde dat België weinig concrete maatregelen heeft getroffen ten voordele van een kwaliteitssysteem, terwijl andere landen hun systeem blijven ontwikkelen. De goede praktijken uit andere landen zullen daarom worden overgenomen bij de ontwikkeling van een nieuw kwaliteitssysteem.
E-BROCHURE VOOR DE ASO
In maart 2022 heeft de FOD een e-brochure voor ASO gelanceerd. Het doel bestaat erin de ASO te informeren over de complexe verdeling van de competenties, de wetgeving en de beschikbare structuren in geval van problemen tijdens de stage.
De brochure biedt steun en antwoorden op de vragen waarmee ASO vaak te maken krijgen tijdens hun opleiding.
Raadpleeg de brochure: www.macs-aso.be
ENQUÊTES
Om te helpen bij het uitwerken van een kwaliteitssysteem werden de hoofdrolspelers van de opleiding geïnterviewd. Het gaat om: de ASO, de stagemeesters evenals de stagemeesters-coördinatoren.
Deze vragenlijsten maakten het mogelijk de huidige situatie te beoordelen en een visie op de toekomst van de opleidingen te ontwikkelen.
De vragen waren gebaseerd op de bestaande wetgeving en de criteria van de World Federation of Medical Education (WFME), maar ook op de systemen in de andere landen en op de feedback van de vertegenwoordigers van verenigingen van assistenten en leden van de werkgroep "Artsen-specialisten" van de Hoge Raad van artsen-specialisten en van huisartsen.
De resultaten, die in juni 2022 werden verzameld, werden gedurende de hele zomer geanalyseerd. Er wordt momenteel gewerkt aan een verslag dat aan het eind van het jaar, samen met aanbevelingen, aan het kabinet van de minister van Volksgezondheid zal worden toegezonden. Daarna zal dit rapport worden gepubliceerd.
TOEKOMST VAN DE ASO-OPLEIDING
Op basis van de resultaten van de enquête zal een stappenplan worden opgemaakt om de kwaliteit van de opleiding te verbeteren. Daartoe zal ook de huidige wetgeving moeten worden aangepast.
- Gegevens
"EBP" staat voor Evidence-based Practice, wat we kunnen vertalen als "praktijk op basis van bewijs". Het wordt gedefinieerd als "het gewetensvolle, expliciete en oordeelkundige gebruik van de beste recente wetenschappelijke bewijzen bij het maken van keuzes over de zorg voor individuele patiënten".
Zoals in bovenstaand schema wordt geïllustreerd, heeft EBP als hoofddoel de volgende elementen met elkaar te verzoenen:
- individuele klinische expertise;
- de best beschikbare klinische bewijzen afkomstig van stelselmatig onderzoek;
- rekening houdend met de waarden en voorkeuren van de patiënt.
Onlangs werd nog een vierde dimensie toegevoegd: die van de "contextuele factoren". Dit zijn de elementen (zoals kosten en beschikbaarheid van middelen) die de kracht van een aanbeveling of de uitvoering van een richtlijn kunnen beïnvloeden of belemmeren.
EBP speelt een belangrijke rol in het gezondheidsbeleid op twee belangrijke vlakken:
- Het draagt bij tot de verbetering van de kwaliteit van de zorg wat betreft doeltreffendheid en doelmatigheid
- Het helpt de uitgaven voor gezondheidszorg onder controle te houden.
De praktijk van de gezondheidszorg is meer en meer gebaseerd op wetenschappelijk bewijs, dat voortdurend evolueert. Op de hoogte blijven van de laatste stand van de wetenschap is een echte uitdaging voor zorgverstrekkers. Een gids voor klinische praktijken en ander EBP-materiaal worden ontwikkeld en verspreid om de beroepsbeoefenaars hierbij te ondersteunen.
Verschillende actoren staan in voor het verzamelen en verspreiden van betrouwbare informatie, de evaluatie van het genoemde materiaal, het delen van kennis door middel van opleiding, ...
Om de coördinatie van deze initiatieven te garanderen werd in 2018 het EBP-netwerk opgericht.
Dit netwerk combineert de expertise van "Core Partners"[1] met die van actoren zoals de verenigingen van beroepsbeoefenaars en die van de patiënten; ze worden vertegenwoordigd binnen een adviesraad.
De beleidscel van de minister van Volksgezondheid, de FOD Volksgezondheid, het RIZIV en het FAGG zijn actief betrokken bij het EPB-netwerk via het stuurcomité. Ze nemen deel door financiering te verstrekken en bij te dragen aan de vaststelling van strategische lijnen.
De activiteiten van het Belgisch EBP-netwerk volgen de EBP-levenscyclus.
- Prioritering: Het doel bestaat erin de prioritaire onderwerpen te selecteren en een strategische logica voor de verschillende EPB-activiteiten voor te stellen.
- Ontwikkeling: Het doel is de kwaliteit en de nauwkeurigheid van de EBP-producten te handhaven of te verbeteren en nieuwe EBP-producten voor de Belgische gebruikers te ontwikkelen.
- Validatie: Het doel bestaat erin de wetenschappelijke en methodologische validiteit van de ontwikkelde EBP-producten te beoordelen. De goedkeuring door de cel Validatie staat borg voor de kwaliteit, de nauwkeurigheid, de geschiktheid en de geldigheid van EBP-producten voor de Belgische context; het is een voorwaarde voor een klinische praktijkrichtlijn om binnen het EBP-netwerk te kunnen worden verspreid.
- Verspreiding: Het doel is de actieve verspreiding van de gidsen voor klinische praktijk en andere gevalideerde EBP-producten bij de verschillende gebruikers.
- Implementatie: Het doel bestaat in het stimuleren van de toepassing van de EBP-principes en in de bevordering van de aanname van de EBP-producten.
- Evaluatie: Het doel bestaat in de ontwikkeling, selectie, uitvoering en opvolging van procedures voor de evaluatie van de aanname, de implementatie, de naleving en/of de impact van de gidsen van klinische praktijk of andere EBP-producten die worden verspreid via het EBP-netwerk.
Voor meer informatie over EBP: www.health.belgium.be
[1]Bijvoorbeeld: het KCE, WOREL (Werkgroep voor het uitwerken van aanbevelingen "eerste lijn"), Minerva, CDLH (Cebam Digital Library for Health), Ebpracticenet en CEBAM (Belgisch Centrum voor Evidence-Based Medicine).