Voertuigen die permanent worden ingezet voor de Dringende Hulpverlening moeten voldoen aan specifieke uiterlijke kenmerken. Deze kenmerken zijn bepaald in het KB van 12 november 2017 houdende vaststelling van de uiterlijke kenmerken van de voertuigen die ingezet worden in de dringende geneeskundige hulpverlening[1].
DE MEEST OPVALLENDE UITERLIJKE KENMERKEN VAN DE VOERTUIGEN DIE INGEZET WORDEN IN DE DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING
Meer weten over de verplichte kenmerken voor ziekenwagens: www.health.belgium.be
Het belangrijkste verschil met de uiterlijke kenmerken van het niet-dringende en intermediair vervoer in vergelijking met het dringende vervoer is de koetswerkkleur (wit i.p.v. geel), het verschillende patroon op de zijkant en de afwezigheid van het 112-nummer. De regelgeving m.b.t. het niet-dringend vervoer werd reeds uitgewerkt door de deelstaten. Het Koninklijk Besluit m.b.t. de uiterlijke kenmerken van het intermediair vervoer is in de voorbereidende fase.
[1]Het Koninklijk besluit betreft de uitvoering van het protocolakkoord van 27 maart 2017 voor wat betreft de uiterlijke kenmerken van het dringend vervoer dat permanent wordt ingezet binnen de dringende hulpverleningsketen.
De inhoud van een ziekenwagen werd via een omzendbrief bepaald om vanuit federaal niveau het aanwezige materiaal te standaardiseren opdat tegemoet wordt gekomen aan de behoeften van de medewerkers binnen de dringende hulpverlening.
Enkele voorbeelden van materiaal dat verplicht aanwezig dient te zijn:
- Draagberrie
- Draagbare zuurstoffles minimum 400 liter
- Stethoscoop
- Glucosemeter met strips
- Afzuigsondes
- Immobilisatiemateriaal voor breuken
Meer weten over de verplichte inhoud van een ziekenwagen: ejustice.just.fgov.be
De interventiekledij die wordt gebruikt door hulpverleners binnen het dringend en intermediair vervoer werd bepaald binnen het KB van 26 januari 2018 tot vaststelling van de kenmerken van de interventiekledij gebruikt door de hulpverleners actief binnen de dringende geneeskundige hulpverlening.
De interventiekledij bevat volgende onderdelen: een parka met zomerjas, een broek, een T-shirt of polo, een kazuifel en eventueel een helm. De drager van de kledij mag zelf bepalen welke combinatie hij draagt, zolang er voldaan wordt aan de zichtbaarheid klasse 3, zoals beschreven in EN ISO 20471 betreffende hoge zichtbaarheidskleding. De onderdelen worden beschouwd als persoonlijke beschermingsmiddelen en moeten dus voldoen aan de Europese reglementering terzake.
DE BELANGRIJKSTE KENMERKEN VAN DE INTERVENTIEKLEDIJ
Meer weten over de kenmerken van de interventiekledij: www.health.belgium.be
Het enige verschil met de interventiekledij van het niet-dringende vervoer is de toevoeging van een star-of-life voor de functie van ambulancier in de zilvergrijze kleur. Deze regelgeving wordt echter verder uitgewerkt door de deelstaten.