- Gegevens
In elke COVID-19-golf merken we een duidelijke piek in het aantal besmettingen en in de positiviteitsratio[1]
Het hoogst aantal vastgestelde besmettingen vond plaats in de vijfde golf met een piek van gemiddeld meer dan 50.000 besmettingen per dag.
DAGELIJKS AANTAL NIEUWE COVID-19-BESMETTINGEN EN AFGENOMEN TESTEN[2]
Het aantal geteste personen vertoont sinds het begin van de pandemie een stijgende trend met een eerste piek van gemiddeld meer dan 65.000 testen per dag in de 2e golf. Dit is een verdriedubbeling van het aantal testen per dag t.o.v. de eerste golf. Toen werden minder testen afgenomen omdat de testcapaciteit op dat moment beperkt was. Hierdoor werden bijgevolg minder besmettingen vastgesteld. De test-strategie werd doorheen de pandemie meermaals gewijzigd. Dit had een invloed op het aantal afgenomen testen. Tussen 21/10/2020 en 22/11/2020 werden bijvoorbeeld enkel personen met symptomen getest en gebeurde er geen testafnames bij personen met een hoog-risico contact, vanaf 2/2/2021 werden ook kinderen ouder dan 6 jaar getest, … Tijdens de vierde en vijfde golf werden was er een maximale testcapaciteit en werden gemiddeld 120.000 testen per dag afgenomen.
Na de vijfde golf observeren we een drastische daling in het aantal afgenomen testen.
[1]Bron: Sciensano
[2]De positiviteitsratio geeft het aantal positieve patiënten t.o.v. de totaal aantal geteste personen weer.
- Gegevens
AANTAL COVID-19-PATIËNTEN IN ALGEMENE ZIEKENHUIZEN
Het aantal ziekenhuisverblijven van COVID-19-patiënten was het hoogst tijdens de eerste en tweede golf. Tijdens de piek van de volgende golven werden er gemiddeld de helft minder patiënten opgenomen t.o.v. de tweede golf in bedden zonder intensief karakter en één derde minder patiënten op bedden met intensief karakter. Het aantal opnames in bedden voor intensieve zorgen liggen beduidend lager in de 5e golf. Er zijn verschillende factoren die invloed gehad hebben op het aantal ziekenhuisopnames: o.a. vaccinatie, meer kennis en ervaring in behandeling bij zorgverstrekkers waardoor er een kortere ligduur is, een andere mutatie van het virus, betere organisatie van de eerstelijnszorg,…
AANTAL PATIËNTEN MET EEN COVID-19-BESMETTING IN HET ZIEKENHUIS[1]
BEDBEZETTINGSGRAAD IN BEDDEN VOORZIEN VOOR COVID-19-PATIËNTEN IN ALGEMENE ZIEKENHUIZEN
Onderstaande grafiek geeft de bezettingsgraad van de voorziene bedden voor COVID-19-patiënten weer voor bedden met en zonder intensief karakter. Tijdens de piek van golf 1 en 2 is de bezettingsgraad voor beide soorten bedden respectievelijk rond de 65% en rond de 85%. Dit verandert in golf 3 en 4 waar de bezettingsgraad voor bedden met intensief karakter beduidend hoger ligt, tussen de 86% en 91%, dan deze voor bedden zonder intensief karakter. In golf 5 observeren we de omgekeerde situatie waar de bezettingsgraad voor bedden zonder intensief karakter met een piek van 83% hoger ligt dan deze voor bedden met een intensief karakter (piek van 67%). Deze tendens houdt aan in de daaropvolgende golven waarbij de piek in oktober 2022 zicht situeert op 71% voor bedden zonder intensief karakter en op 30% voor bedden met een intensief karakter.
BEDBEZETTINGSGRAAD UITGEDRUKT IN PERCENTAGE VAN HET TOTAAL AANTAL VOORZIENE BEDDEN[2]
In onderstaande grafieken wordt het aantal beschikbare bedden met en zonder intensief karakter voor COVID-19-patiënten weergegeven alsook het aantal COVID-19-patiënten die werden opgenomen in het ziekenhuis. Hier kan men duidelijk observeren dat in de 1ste twee golven aanzienlijk meer bedden werden voorbehouden voor COVID-19-bedden dan in de daaropvolgende golven. Om deze cijfers beter te begrijpen is het belangrijk in rekening te nemen dat er vanuit de federale overheid een spreidingsplan opgesteld werd dat een systeem van afschakeling van bedden bepaalt (zie eerder). Dit model informeert de ziekenhuizen over het aantal bedden dat ze, gezien de situatie van dat moment, beschikbaar moesten stellen voor COVID-19-patiënten. Tijdens de eerste golf was dit model nog niet beschikbaar. Alle niet-essentiële zorg werd stilgelegd i.p.v. een gedeelte en de resterende bedden werden gereserveerd voor COVID-19-patiënten. Dit verklaart de lagere bezettingsgraad in deze periode. Het betreft de beginperiode van de pandemie waarbij er weinig kennis en ervaring omtrent het COVID-19-virus bestond en waar het virus in ons land en de omringende landen ernstig toesloeg. In de volgende golven werd getracht een evenwicht te zoeken tussen het uitvoeren van de reguliere zorgen alsook de toestroom van COVID-19-patiënten te kunnen opvangen. In de latere golven waren er bovendien minder bedden beschikbaar omwille van de uitval van personeel door o.m. de constante, hoge werkdruk en besmettingen.
AANTAL BEDDEN VOORZIEN VOOR COVID-19-PATIËNTEN IN BEDDEN ZONDER INTENSIEF KARAKTER
AANTAL BEDDEN VOORZIEN VOOR COVID-19-PATIËNTEN IN BEDDEN MET INTENSIEF KARAKTER
PROFIEL VAN DE COVID-19-PATIËNT[3]
In 2020 bedroeg 1,2% van alle verblijven (d.i. klassieke hospitalisatie, daghospitalisatie en ambulante contacten met de spoedgevallendienst) een verblijf van een COVID-19-patiënt.
AANTAL VERBLIJVEN VAN PATIËNTEN MET EN ZONDER EEN COVID-19-BESMETTING IN 2020
Leeftijd en geslacht
Wanneer men de karakteristieken van verblijven van COVID-19-patiënten vergelijkt met de verblijven van niet-COVID-19-patiënten in 2020 en de verblijven in de periode van 2016 t.e.m. 2019 stelt men vast dat het aantal gehospitaliseerde mannen en vrouwen gelijkaardig is.
Daarnaast heeft 79,9% van de patiënten gehospitaliseerd met een COVID-19-besmetting in 2020 een leeftijd van 50 jaar of ouder. Dit staat in schril contrast met de leeftijd van patiënten zonder een COVID-19-besmetting in 2020 (52,0%) en met de leeftijd van patiënten in de periode van 2016 t.e.m. 2019 (49,5%).
In de leeftijdsgroepen van 40 tot 79 jaar worden in 2020 steeds meer mannen met een COVID-19-besmetting gehospitaliseerd dan vrouwen. We stellen daarnaast vast dat er meer vrouwen dan mannen worden gehospitaliseerd in de leeftijdsgroep van 20 tot 39 jaar alsook in de leeftijdsgroep vanaf 80 jaar. Het hoger aantal vrouwen in de eerste groep kan mogelijk deels verklaard worden door het feit dat dit de leeftijd is waarop vrouwen doorgaans zwanger worden. Een milde COVID-19-besmetting werd in dat geval mogelijk gedetecteerd wanneer de vrouw opgenomen werd omwille van haar bevalling[4]
. Anderzijds is het mogelijk dat deze vrouwen uit voorzorg werden opgenomen bij een COVID-19-besmetting tijdens een zwangerschap. In de tweede leeftijdsgroep vanaf 80 jaar is het hoger aantal gehospitaliseerde vrouwen te verklaren door het feit dat de vrouwelijke populatie talrijker is in deze leeftijdsgroep.
AANTAL VERBLIJVEN VAN COVID-19-PATIËNTEN PER GESLACHT EN LEEFTIJD IN 2020
Verblijfsduur
De mediaan[5] van de verblijfsduur stijgt naargelang de leeftijd van de patiënt van 2 dagen bij 0 tot 9-jarigen naar 12 dagen bij personen van 80 jaar en ouder.
MEDIAAN VAN DE VERBLIJFSDUUR PER LEEFTIJDSGROEP
Comorbiditeit
Mortaliteit in algemene ziekenhuizen
17% van alle gehospitaliseerde patiënten waarbij een COVID-19-besmetting werd vastgesteld is overleden in het ziekenhuis in 2020.
Het percentage overlijdens ligt hoger wanneer men vanuit een woonzorgcentrum werd opgenomen in het ziekenhuis (35,9% t.o.v. 14,5%).
PERCENTAGE OVERLIJDENS IN HET ZIEKENHUIS NAARGELANG DE PATIËNT IN EEN WOONZORGCENTRUM VERBLEEF VOORAFGAAND AAN ZIEKENHUISVERBLIJF
PROFIEL VAN DE COVID 19 PATIËNT OP INTENSIEVE ZORGEN
In 2020 werden 17,1% van de patiënten met een COVID-19-besmetting die gehospitaliseerd werden, opgenomen in een dienst intensieve zorgen.
AANTAL VERBLIJVEN VAN COVID-19-PATIËNTEN OP (NIET)-INTENSIEVE ZORGEN
Leeftijd en geslacht
64,5% van alle patiënten met een COVID-19-besmetting in intensieve zorgen was mannelijk.
PERCENTAGE VERBLIJVEN (NIET)-INTENSIEVE ZORGEN PER GESLACHT BIJ COVID-19-PATIËNTEN
Intensieve zorgen | Niet-intensieve zorgen |
85% van alle verblijven van patiënten met een COVID-19-besmetting op een dienst intensieve zorgen betrof patiënten tussen de 50 en 89 jaar in 2020.
AANTAL VERBLIJVEN INTENSIEVE ZORGEN VAN COVID-19-PATIËNTEN PER GESLACHT EN LEEFTIJD IN 2020
Verblijfsduur
MEDIAAN VAN DE VERBLIJFSDUUR |
De mediaan van de totale verblijfsduur in het ziekenhuis in 2020 bedroeg 15 dagen indien de COVID-19-patiënt werd opgenomen op een afdeling voor intensieve zorgen. Voor patiënten die werden gehospitaliseerd op een reguliere verpleegeenheid, lag de mediaan voor de verblijfsduur op een week. |
Mortaliteit in algemene ziekenhuizen
Eén derde van de COVID-19-patiënten die werden opgenomen in een afdeling voor intensieve zorgen overleed in het ziekenhuis in 2020. COVID-19-patiënten die niet op een afdeling voor intensieve zorgen terecht kwamen, overleden slechts in 13,7% van de gevallen.
PERCENTAGE OVERLIJDENS BIJ COVID-19-PATIËNTEN IN (NIET)-INTENSIEVE ZORGEN
[1]Bron : Sciensano
[2]Bron : Sciensano en ICMS
[3]Bron: MZG, Dienst Data- en beleidsinformatie, FOD VVVL. Op het moment van publicatie beschikken onze diensten slechts over gegevens van 2020 om een profiel van de COVID-patiënt in kaart te brengen. Alle patiënten waarbij een COVID-besmetting werd vastgesteld of vermoed worden meegenomen in de cijfers ongeacht de reden van opname. Het is verder mogelijk dat een patiënt die gedurende zijn ziekenhuisverblijf werd overgeplaatst naar een ander ziekenhuis tweemaal werd meegeteld in de cijfers.
[4]Men kan niet achterhalen of de persoon werd gehospitaliseerd omwille van een COVID-19-besmetting of een andere pathologie waarbij de COVID-19-besmetting enkel d.m.v. verplichte controle bij opname werd vastgesteld.
[5]Er wordt voor geopteerd om de mediaan te tonen omdat deze statistiek minder beïnvloed wordt door extreme waarden dan het gemiddelde. De mediaan is de waarde die zich precies in het midden van een dataset bevindt als je de waarden van laag naar hoog plaatst. Het is een centrummaat die de laagste 50% van de waarden scheidt van de hoogste 50%.
- Gegevens
In de 1ste en 2e golf vonden er gemiddeld meer dan 200 overlijdens per dag plaats binnen en buiten het ziekenhuis. Dit aantal daalde aanzienlijk in de volgende golven, waar het gemiddeld aantal dagelijkse overlijdens schommelt rond 50 overlijdens in de vierde en de vijfde golf. Sinds mei 2022 schommelt het gemiddelde tussen 4 tot 14 overlijdens per dag.
DAGELIJKS AANTAL OVERLIJDENS TEN GEVOLGE VAN EEN COVID-19-BESMETTING [1]
[1]Bron : Sciensano
- Gegevens
De vaccinatiecampagne werd opgedeeld in verschillende fasen:
In onderstaande grafiek werden de gegevens verzameld van alle gevaccineerde personen. Op 31 oktober 2022 had 79% van de totale Belgische bevolking een basisvaccinatie toegediend. Daarnaast had 62% een eerste boostervaccin verkregen, 31% een 2de boostervaccin en 4% een herfstbooster.
PERCENTAGE GEVACCINEERDEN PER TYPE VACCINATIE[1]
Hieronder maken we een vergelijking van het percentage gevaccineerde personen van 18 jaar en ouder en het percentage gevaccineerde gezondheidszorgwerkers op 31/10/2022. Hier observeren we dat het percentage personen dat een volledige basisvaccinatie toegediend kreeg gelijkaardig is. We stellen echter een grotere variatie vast bij het percentage personen die een eerste en tweede boosterprik verkregen. Hier zien we dat een groter percentage van de zorgverleners een boosterprik verkreeg. Vanaf de herfstbooster zien we echter de eerste maal dat de algemene bevolking meer koos om de boosterprik te verkrijgen dan de zorgverleners. Dit cijfer kan echter wel nog stijgen.
VACCINATIEPERCENTAGE VAN ZORGVERLENERS, PERSONEN OUDER DAN 18 JAAR EN TOTALE BEVOLKING (31/10/2022)
[1]Bron: Sciensano