- Gegevens
Het HTSC-comité werkte tijdens de eerste COVID-19-golf een spreidingsplan uit met als doel duidelijke richtlijnen aan de ziekenhuizen te geven opdat tijdens de volgende golven voldoende capaciteit in de ziekenhuizen gewaarborgd zou kunnen worden.
Het plan is opgedeeld in 2 grote fasen:
- 1. Het ziekenhuis doet voor de opvang van COVID-19-patiënten met nood aan intensieve verzorging enkel beroep op het aantal bedden met intensief karakter dat reeds beschikbaar was in de periode voor de pandemie. Daarnaast worden bedden vrijgehouden op de gewone verpleegeenheden voor COVID-19-patiënten.
- 2. Het ziekenhuis dient aanvullende bedden met intensief karakter te creëren voor de behandeling van COVID-19-patiënten met nood aan intensieve verzorging en voldoende personeel hiervoor te voorzien. Daarnaast worden bedden vrijgehouden voor COVID-19-patiënten (meer dan in de eerste fase) op de andere diensten voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten.
Het spreidingsplan werd gedurende de pandemie meermaals geëvalueerd en herzien om te kunnen beantwoorden aan de behoeften in elke actuele situatie.
SPREIDINGSPLAN – VERSIE 31/08/2022
- Gegevens
Midden maart 2020 werd – via het HTSC-comité – gecommuniceerd aan de ziekenhuizen dat alle niet-essentiële zorg diende geannuleerd te worden. Hierbij moest bijzondere aandacht geschonken worden aan ingrepen, die een impact hadden op de bedbezetting voor de functie ‘Intensieve zorgen’.
Deze beslissing werd gemaakt omwille van verschillende redenen:
- Het ontlasten van de intensieve verzorgingseenheden;
- Het beschikbaar stellen van zorgverleners specifiek voor de zorg aan COVID-19-patiënten;
- Het optimaal inzetten van medische apparatuur;
- Het verminderen van het verbruik van beschermingsmaterialen waarvoor op dat moment schaarste was.
Vanzelfsprekend werd de dringende en noodzakelijke zorgverlening opgenomen zoals voorheen. Begin mei 2020 werd gecommuniceerd dat de heropstart van planbare, niet-dringende zorg gefaseerd en enkel onder strikte voorwaarden kon plaatsvinden. Hierbij diende elk ziekenhuis o.a. de capaciteit te behouden om de patiënten uit de 1ste golf te behandelen alsook paraat te blijven om patiënten uit de 2e golf te kunnen opvangen. Verder werden organisatorische maatregelen genomen om drukte te vermijden en fysieke afstand tussen patiënten te kunnen garanderen.
Deze opeenvolgende fasen voor heropstart werden geformuleerd:
|
Ter voorbereiding van de heropstart van de zorg werkte het Verbond der Belgische Beroepsverenigingen van Artsen-Specialisten een referentiekader uit omtrent de noodzaak en dringendheid van zorg dat een oriënterende functie kan hebben voor de arts.
Meer weten over dit referentiekader: www.vbs-gbs.org
In de aanloop naar de tweede golf (najaar 2020) werden deze fasen in omgekeerde volgorde afgeschakeld. De noodzakelijke en dringende zorg kon zoals steeds plaatsvinden. Er werd eveneens getracht de niet-essentiële zorgen zoveel als mogelijk te laten doorgaan. Bij de derde golf (voorjaar 2021) was er opnieuw een noodzaak aan uitstel van niet-essentiële zorgen. In deze fase werd aan het management van het ziekenhuis gevraagd om naargelang de specifieke situatie in te schatten welke zorg al dan niet zou kunnen doorgaan. In de daaropvolgende golven werd nogmaals aan de ziekenhuizen gevraagd om zich solidair op te stellen te stellen. Daarnaast dienden ze de gevraagde beddencapaciteit te voorzien. Indien het ziekenhuis aan deze voorwaarden voldeed, kon het ziekenhuis zelf bepalen welke activiteiten uitgesteld dienden te worden.
We merken tijdens de eerste golf – als gevolg van de maatregelen – een afbouw van 94% van de als niet-essentieel ingeschatte, heelkundige zorg. Daarnaast observeren we dat 57% van de essentiële, heelkundige zorg bleef doorgaan t.o.v. wat verwacht zou worden. In de tweede golf zien we een daling van 66% van de niet-essentiële heelkundige zorgen en een daling van 20% van de essentiële, heelkundige zorg. De daling van de uitvoering van de essentiële, heelkundige zorgen illustreert de impact van de COVID-19-pandemie alsook de terughoudendheid van patiënten om de nodige zorg te vragen.
In 2021 en 2022 observeren we een relatief beperkte terugval in verstrekkingen. De tussentijdse inhaalbewegingen zijn meer uitgesproken. Tijdens golf 3 in april/mei 2021 vielen de verstrekkingen terug tot maximaal 87,5 %. De terugval in niet-essentiële chirurgische verstrekkingen is hier voor het eerst vergelijkbaar of minder uitgesproken dan voor de essentiële en gemengde zorg. Tijdens golf 4 in november/december 2021 was de terugval het grootst bij de gemengde chirurgische verstrekkingen; ze vielen terug tot 89,7% van het normaal verwachte niveau. Dus een daling met 10,3%. Zowel in februari, maart, juni als september 2021 waren er enkele maanden met vrij forse inhaalbewegingen van vooral niet-essentiële chirurgische verstrekkingen tot 10 à 14,5 % boven de ramingen op basis van de activiteiten in pre-COVID-19 tijden (zwarte 100% lijn). We zien dat vooral de niet-essentiële chirurgische activiteiten de belangrijkste inhaalslag maken. Dit is echter niet wat we verwachten op basis van een medische prioritering. In december 2021 zien we wel dat de essentiële chirurgische verstrekkingen de grootste inhaalbeweging maken met 12%. Tussen golf 5 en 6 observeren we opnieuw dat de niet-essentiële verstrekkingen de grootste inhaalbeweging vertonen.
EVOLUTIE IN DE TIJD VAN HET AANTAL UITGEVOERDE NIET-COVID-19 VERSTREKKINGEN[1]
OVERZICHT MAATREGELEN SPREIDINGSPLAN EN UITSTEL NIET-ESSENTIËLE ZORG EN EVOLUTIE AANTAL COVID-PATIËNTEN
[1]Bron: https://www.riziv.fgov.be/nl/themas/zorgkwaliteit/Paginas/Covid5L2NL/Covid5L2NL.html ; De zwarte lijn geeft een geavanceerde raming van het verwachte aantal verstrekkingen weer op basis van de data van 2019. Er werd een indeling gemaakt volgens als niet-essentieel, gemengde en essentieel ingeschatte heelkundige verstrekkingen. In de gemengde categorie worden verstrekkingen opgenomen, die afhankelijk van de context, zowel essentieel als niet-essentieel kunnen zijn.